12.2 Bouwregels
Op of in de voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:
- de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer maximaal 12 m bedraagt;
- de bouwhoogte van kunstobjecten maximaal 12 m bedraagt;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m bedraagt.