direct naar inhoud van Artikel 6 Horeca
Plan: Buitengebied Venray 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.BP09001-va02

Artikel 6 Horeca

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor:

  • a. een horecavoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel/restaurant' met de daarbij behorende inpandige bedrijfswoning;
  • b. een restaurant, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant';
  • c. huisvesting tijdelijke werknemers, uitsluitend op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – huisvesting tijdelijke werknemers ', met dien verstande dat dit binnen bestaande bebouwing plaatsvindt.
  • d. erfbeplanting, groen- en speelvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:

  • f. ten behoeve van de ter plaatse aanwezige functie moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
6.2 Bouwregels

Op de voor Horeca aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 1.075 m3 mag bedragen.
  • b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, welke binnen het gehele bestemmingsvlak zijn toegestaan;
  • c. voor zover op de verbeelding een maximale bebouwingsoppervlakte respectievelijk goot- en bouwhoogte is opgenomen mogen deze niet worden overschreden;
  • d. in aanvulling op het bepaalde onder c zijn op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – huisvesting tijdelijke werknemers' maximaal 45 chalets toegestaan, vrijstaand of twee-aaneen, met dien verstande dat:
    • 1. de leefruimte per logiesgelegenheid minimaal 10 m2 per medewerker bedraagt;
    • 2. ondersteunende voorzieningen (zoals toiletten en wasvoorzieningen) binnen het logiesgebouw dienen te zijn gelegen met minmaal 1 toilet en douche per 6 personen;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein;
  • e. gebouwen mogen niet voor de voorgevelrooilijn gebouwd worden, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. bouwwerken, geen gebouw zijnde, moeten voldoen aan de volgende bepalingen:

  bouwhoogte  
Erf- en terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn   max 1 m  
Erf- en terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn   max 2 m  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   max 3 m  
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van de bebouwing;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. het bijdragen aan het behoud en/of versterking van de aanwezige gebiedskwaliteiten.
6.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 onder ben toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak worden gerealiseerd onder de volgende voorwaarden:

  • a. er is aantoonbaar onvoldoende ruimte binnen het bouwvlak;
  • b. de bebouwing wordt gerealiseerd binnen het bestemmingsvlak;
  • c. er sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
  • d. er aantoonbaar voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein wordt gerealiseerd (bestemmingsvlak.)
6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:

  • a. het gebruik van opstallen voor permanente of tijdelijke huisvesting, niet zijnde normaal hotelgebruik en eveneens uitgezonderd de bedrijfswoning;
  • b. het gebruik of het laten gebruiken van gronden en/of gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een sexinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie;
  • c. het gebruik van een bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen ten behoeve van een aan-huis-gebonden-bedrijf;
  • d. het gebruik voor mantelzorg;
  • e. het gebruik van de woning voor huisvesting van tijdelijke werknemers;
  • f. bevi-inrichtingen.