23.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Olie' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse olieleidingen en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij :
-
a. de figuuraanduiding 'hartlijn leiding - olie' de hartlijn van de olieleiding aangeeft;
-
b. artikel
41.3
van de planregels in acht dient te worden genomen.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.4.1 Algemeen
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Olie' de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het verwijderen van de bovenste bodemlaag / bodemlagen (afgraven);
-
b. het opbrengen van grond van elders op de bestaande toplaag (ophogen);
-
c. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/ of grond van elders (vergraven);
-
d. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het peil) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
-
e. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (feitelijk een combinatie van ophogen en afgraven);
-
f. het in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
-
g. het aanbrengen van leidingen en daarna weer terugbrengen van de grond, bestaande uit de oorspronkelijke toplaag en/ of grond van elders;
-
h. het aanbrengen van drainagebuizen in de grond;
-
i. het bemalen van een of meerdere percelen (aanbrengen onderbemaling);
-
j. het aanleggen van sloten of greppels, verbreden en/of uitdiepen van bestaande sloten of greppels;
-
k. het verwijderen van bomen en/of struiken (solitairen of in de vorm van bos, houtsingels, houtwallen);
-
l. het planten van bomen en/of struiken;
-
m. het verwijderen van gras en aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt);
-
n. het aanbrengen van verhardingen.
23.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel
23.4.1
van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
-
b. beplanting betreft, die voorkomt op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
d. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
-
e. die worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en);
-
f. het aanbrengen van leidingen in wegbermen binnen de bestemming verkeer betreft, voor zover deze niet aansluit op de bestemming natuur.
23.4.3 Afwegingskader
Een in artikel
23.4.1
van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.