19.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Brandstof' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming (en) (basisbestemming), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse brandstofleidingen en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij:
-
a. de figuuraanduiding 'hartlijn leiding - brandstof' de hartlijn van de brandstofleiding aangeeft;
-
b. artikel 41.3
van de planregels in acht dient te worden genomen.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.4.1 Algemeen
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof' de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
-
a. het verwijderen van de bovenste bodemlaag / bodemlagen (afgraven);
-
b. het opbrengen van grond van elders op de bestaande toplaag (ophogen);
-
c. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/ of grond van elders (vergraven);
-
d. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het peil) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
-
e. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (feitelijk een combinatie van ophogen en afgraven);
-
f. het diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
-
g. het aanbrengen van leidingen en daarna weer terugbrengen van de grond, bestaande uit de oorspronkelijke toplaag en/ of grond van elders;
-
h. het aanbrengen van drainagebuizen in de grond dieper dan 50 cm;
-
i. het bemalen van een of meerdere percelen (aanbrengen onderbemaling);
-
j. het aanleggen van sloten of greppels, verbreden en/of uitdiepen van bestaande sloten of greppels;
-
k. het verwijderen van bomen en/of struiken (solitairen of in de vorm van bos, houtsingels, houtwallen);
-
l. het planten van bomen en/of struiken;
-
m. het verwijderen van gras en aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt);
-
n. het aanbrengen van verhardingen;
19.4.2 Uitzonderingen
Het in artikel 19.4.1
van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
-
b. beplanting betreft, die voorkomt op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
d. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
-
e. die worden uitgevoerd ten behoeve van de instandhouding van de leiding(en);
-
f. het aanbrengen van leidingen in wegbermen binnen de bestemming verkeer betreft, voor zover deze niet aansluit op de bestemming natuur.
19.4.3 Afwegingskader
Een in artikel 19.4.1
van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.