direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer - Wegverkeer
Plan: Buitengebied Venray 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.BP09001-va02

Artikel 16 Verkeer - Wegverkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en instandhouding van:
    • 1. hoofdverkeerswegen;
    • 2. interregionale wegen;
    • 3. interlokale wegen;
    • 4. lokale verharde wegen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - wegverkeer – onverhard' zijn uitsluitend lokale onverharde wegen toegestaan;
  • c. instandhouding van de ecologische, visueel-landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de onverharde en verharde wegen;
  • d. bergbezinkbassin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – bergbezinkbassin';
  • e. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • f. geluidswallen en geluidsschermen op gronden behorende tot de hoofdverkeerswegen;
  • g. gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen abri's, verlichtingsarmaturen, apparatenkasten voor telecommunicatiemasten;
  • h. groen, bermen, en wegbeplantingen;
  • i. parkeren;
  • j. veldkruizen, kapellen en kunstwerken;
  • k. kadaverplaatsen met een maximale oppervlakte van 5 m2 per voorziening.

Een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen.

16.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, zoals bruggen, duikers, viaducten, faunapassages, met een maximale hoogte van 12 m voor verlichtingsarmaturen en bewegwijzering, onder de voorwaarde dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - bergbezinkbassin' uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van het bergbezinkbassin zijn toegestaan, mits:
    • 1. de kelder geheel onder het maaiveld moet worden gebouwd;
    • 2. de bijbehorende bovengrondse voorzieningen, zoals een schakelkast en pompgebouwtje, waarbij de bebouwde oppervlakte niet meer mag zijn 10 m2.
16.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen ten behoeve van (straat)prostitutie.