Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-hoofdgebouw' mag eveneens ondergronds gebouwd worden tot een diepte van 3,00 meter beneden maaiveld; direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd, mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden verstoord.