direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum
Plan: Centrum Tegelen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009025-VA01

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. bestaande bedrijven;
  • c. maatschappelijke doeleinden;
  • d. cultuur en ontspanning, geen speelhallen, amusementscentra en casino's zijnde;
  • e. dienstverlening;
  • f. kantoren;
  • g. horeca tot en met horecacategorie 2, zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
  • h. horeca tot en met horecacategorie 3 , zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
  • i. bestaande woningen, al dan niet gestapeld en al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • k. ondergrondse parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';

met de daarbij behorende:

  • l. wegen en paden;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. parkeervoorzieningen;
  • o. onderdoorgangen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen alsmede het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage';
  • c. hoofdbebouwing ten behoeve van de genoemde functies dienen georiënteerd te zijn op een der straten of pleinen.
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a. t/m c. geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' ondergrondse parkeervoorzieningen zijn toegestaan binnen het gehele bestemmingsvlak, met een maximale diepte van één ondergrondse bouwlaag.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel mag worden gerealiseerd, de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen en deze achter de naar de weg gekeerde gevel wordt opgericht;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.


5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
  • f. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/ of aan te brengen oppervlakteverharding.


5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:

  • a. prostitutie en/of seksinrichtingen;
  • b. coffeeshops.

5.4.2 Algemene gebruiksregels
  • a. Alle maatregelen ten aanzien van het gebruik van de gronden en van de bestaande en toekomstige bebouwing dienen primair gericht te zijn op het behoud en versterking van de functionele en ruimtelijke karakteristiek en kwaliteiten van gronden en gebouwde omgeving gelegen binnen deze bestemming. Hieronder wordt ten minste verstaan dat:
    • 1. het bebouwingskarakter wordt gerespecteerd;
    • 2. de hoofdgebouwen in en evenwijdig aan de naar de weg gekeerde zijde van het bouwvlak gebouwd dienen te worden.

  • b. Detailhandel

Detailhandel is uitsluitend toegestaan in omvang van op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan aanwezige verkoopvloeroppervlakte en uitsluitend op de begane grondlaag, behalve daar waar op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan reeds detailhandel op de verdieping(en) aanwezig is, en uitsluitend in het hoofdgebouw.

  • c. Bedrijven

Bedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse en omvang van op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaande bedrijven en uitsluitend op de begane grondlaag, tenzij ter plaatse en omvang van de op het tijdstip van ter inzagelegging van het ontwerp van dit plan reeds bedrijvigheid op de verdieping(en) aanwezig is, en uitsluitend in het hoofdgebouw.

  • d. Maatschappelijke functies

Maatschappelijke voorzieningen zijn op alle voor bebouwing in aanmerking komende gronden toegestaan, met dien verstande dat::

  • 1. de maatschappelijke activiteiten uitsluitend in het hoofdgebouw mogen worden uitgeoefend;
  • 2. uitsluitend maatschappelijke activiteiten zijn toegestaan met een publieksgericht en/ of zorggericht karakter.

  • e. Cultuur en ontspanning

Ontspannings- en culturele doeleinden zijn alleen toegestaan ter plaatse en omvang van op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaande inrichtingen en uitsluitend in het hoofdgebouw;

  • f. Dienstverlening

Dienstverlening is op alle voor bebouwing in aanmerking komende gronden toegestaan, met dien verstande dat de dienstverlenende activiteiten uitsluitend in het hoofdgebouw mogen worden uitgeoefend.

  • g. Kantoren

Kantoren zijn op alle voor bebouwing in aanmerking komende gronden toegestaan, met dien verstande dat de kantooractiviteiten uitsluitend in het hoofdgebouw mogen worden uitgeoefend tot een maximum bruto vloeroppervlakte van 1.500 m².

  • h. Horeca
  • 1. horecabedrijven tot en met categorie 2 of 3 zijn alleen toegestaan ter plaatse en omvang van op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaande bedrijven zoals nader aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2' of 'horeca tot en met horecacategorie 3', met dien verstande dat zij uitsluitend op de begane grondlaag zijn toegestaan, behalve daar waar op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan reeds horeca-activiteiten op de verdiepingen plaatsvinden, en uitsluitend in het hoofdgebouw;
  • 2. horecabedrijven van categorie 5 kunnen uitsluitend door middel van een ontheffing worden gerealiseerd.

  • i. Woondoeleinden

Het wonen is toegestaan ter plaatse en omvang van op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaande bedrijven en als medefunctie bij de onder a. en c. t/m h. van lid 5.1beschreven doeleinden, waarbij wonen uitsluitend op de verdiepingen mag plaatsvinden, met uitzondering van de bebouwing aan de Grotestraat, Posthuisstraat en de hoek met de Spoorstraat, waar het wonen ook op de begane grond, en daarmee als hoofdgebruik, mag plaatsvinden.

5.4.3 Aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt niet gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor het in combinatie met het wonen uitoefenen van een aan huis gebonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor zover het bedrijven betreft welke genoemd zijn in bijlage 2 'Bedrijvenstaat beroepen aan huis regeling' behorende bij deze regels, alsmede bedrijven welke niet in de betreffende Bedrijvenstaat gemeld zijn, doch naar het oordeel van burgemeester en wethouders, waar het gaat om de verwachting omtrent te duchten gevaar, schade, hinder of overlast voor de (woon)omgeving, daarmee gelijk te stellen zijn, mits

  • a. de woonfunctie overwegend behouden blijft;
  • b. de beroeps- en/ of bedrijfsoppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de aan-, uit- en/ of bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
  • c. de beroeps- en/ of bedrijfsactiviteiten door de bewoners van het hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend;
  • d. door beroeps- en/ of bedrijfsactiviteiten het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de beroeps- en/ of bedrijfsactiviteiten geen parkeeroverlast voor de directe (woon)omgeving veroorzaken of dat hierdoor geen extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn;
  • f. geen detailhandel wordt uitgeoefend, met uitzondering van detailhandel die ondergeschikt is aan en verband houdt met de ter plekke uitgeoefende kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • g. geen horeca-activiteiten worden uitgeoefend;
  • h. geen prostitutiebedrijf, seksinrichting of aanverwante activiteiten op erotisch en/ of pornografisch gebied wordt/ worden uitgeoefend.

5.4.4 Wisseling gebruik

Indien sprake is van een wisseling in gebruik conform de onder 5.1 genoemde toegestane gebruiksmogelijkheden is dit alleen toegestaan indien de eisen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in acht worden genomen, wat onder andere wil zeggen dat er geen significante toename in personendichtheid mag plaatsvinden in gebieden welke gelegen zijn binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen of transportassen.

5.5 Ontheffing van de gebruiksregels
5.5.1 Ontheffingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in

  • a. lid 5.4.2 sub b ten behoeve van het uitbreiden van de, op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, aanwezige verkoopvloeroppervlakte, met ten hoogste 25% en tot een maximum van 1.700 m², onder de voorwaarden dat:
    • 1. in geval van nieuwvestiging zal moeten worden aangetoond dat de nieuwvestiging bijdraagt aan de diversiteit van het voorzieningenniveau en is afgestemd op de locale behoefte;
    • 2. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 3. het gebruik als detailhandel vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat:
      • uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat de bodem ter plaatse geschikt is voor het beoogde gebruik;
      • dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem;
      • dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de flora- en fauna;
      • is gebleken dat het waterhuishoudkundig belang voldoende in acht genomen wordt en in voorkomende gevallen een positief wateradvies is verstrekt;
      • de bepalingen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in acht worden genomen.
    • 4. de beleidsuitgangspunten uit de detailhandelsnota in acht worden genomen;
    • 5. het gebruik als woondoeleinden de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
    • 6. de procedure zoals genoemd in artikel 27 wordt gevolgd.

  • b. lid 5.4.2 sub h ten behoeve van het toestaan van horecabedrijven categorie 5, mits:
    • 1. de uitoefening van het categorie 5 horecabedrijf geen milieutechnische belemmering voor de omliggende bedrijven en/ of woningen oplevert;
    • 2. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 3. de uitgangspunten uit het horecabeleid in acht worden genomen;
    • 4. geen prostitutiebedrijf, seksinrichting of aanverwante activiteiten op erotisch en/ of pornografisch gebied wordt/ worden uitgeoefend;
    • 5. de procedure zoals genoemd in artikel 27 wordt gevolgd.

  • c. lid 5.4.2 sub h ten behoeve van het uitoefenen van horeca-activiteiten op de verdieping, mits:
    • 1. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 2. het gebruik als detailhandel vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat: de bepalingen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen in acht worden genomen;
    • 3. de uitgangspunten uit het horecabeleid in acht worden genomen;
    • 4. het gebruik als horecadoeleinden de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
    • 5. de procedure zoals genoemd in artikel 27 wordt gevolgd.

  • d. lid 5.4.2 sub i ten behoeve van het toestaan van nieuwe woningen, mits:
    • 1. de nieuwe woningen uitsluitend als medefunctie bij de onder a. en c. t/m h. van lid 1 beschreven doeleinden zijn toegestaan, waarbij wonen uitsluitend op de verdiepingen mag plaatsvinden, met uitzondering van nieuwe woningen ter plaatse van de Grotestraat, Posthuisstraat en de hoek met de Spoorstraat, waar het wonen ook op de begane grond (en daarmee als hoofdgebruik) mag plaatsvinden;
    • 2. het gebruik als woondoeleinden de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
    • 3. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 4. het gebruik als woondoeleinden vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat:
      • uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat de bodem ter plaatse geschikt is voor het beoogde gebruik;
      • uit een akoestisch onderzoek moet blijken dat de geluidsbelasting aan de gevel niet meer bedraagt dan 48 dB of, in geval van een geluidsbelasting hoger dan 48 dB, door het bevoegd gezag hogere grenswaarden zijn verleend;
      • dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem;
      • dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de flora- en fauna;
      • is gebleken dat het waterhuishoudkundig belang voldoende in acht genomen wordt en in voorkomende gevallen een positief wateradvies is verstrekt;
      • is gebleken dat het waterhuishoudkundig belang voldoende in acht genomen wordt en in voorkomende gevallen een positief wateradvies is verstrekt;
      • de bepalingen uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen in acht worden genomen.
    • 5. de Regionale Woonvisie in acht wordt genomen;
    • 6. het gebruik als woondoeleinden de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
    • 7. de procedure zoals genoemd in artikel 27 wordt gevolgd.