direct naar inhoud van Artikel 9 Cultuur en ontspanning
Plan: Buitengebied Venlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009019-VA01

Artikel 9 Cultuur en ontspanning

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning;
  • b. ter plaatse van de aanduiding museum, een museum;
  • c. ter plaatse van de aanduiding middelhoge/hoge archeologische verwachting, een middelhoge/hoge archeologische verwachting;
  • d. ter plaatse van de aanduiding ecologische hoofdstructuur, de ecologische hoofdstructuur;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de verbeelding alsmede de volgende bepalingen:

9.2.1 Algemeen
  • a. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak.
  • b. De minimale afstand tot de aan de wegzijde gelegen perceelsgrens bedraagt 10 meter.
  • c. De afstand van de gebouwen tot de perceelsgrens moet tenminste 5 meter bedragen.

9.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen mag de maximale goot- en nokhoogte 7,2 respectievelijk 10 meter bedragen, tenzij de bestaande hoogte reeds hoger is op het moment van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 10 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
  • b. De hoogte van buitenopslag ten hoogste 4 meter mag bedragen.
  • c. Op de gronden gelegen voor de gevellijn mag niet worden gebouwd.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel in de vorm van dagelijkse (vers) artikelen/supermarkt, bruin- en witgoed, slagerij, drogisterij, lingerie, (schoen)mode en carnavalsartikelen;
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • c. seksinrichtingen;
  • d. kamperen;
  • e. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
  • f. paardenbakken;
  • g. stallingsmogelijkheden ten behoeve van paarden.

9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
9.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de gronden bedoeld in dit artikel in ieder geval de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

a Middelhoge en hoge archeologische verwachting

terrein met een middelhoge archeologische waarde, terrein met een hoge archeologische waarde, terrein met een zeer hoge archelogische verwachtingswaarde

  • 1. bodem: afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, indrijven, rooien;
  • 2. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, graven sloten;
  • 3. infrastructuur: aanleg leidingen.

9.5.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van 9.5.1 geldt niet voor het uitvoeren werken, of werkzaamheden die:

  • a. werken en/of werkzaamheden die niet dieper gaan dan -0,4 meter beneden maaiveld;
  • b. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

9.5.3 Toelaatbaarheid werken of werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in 9.5.2 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de omschrijving, die aan de desbetreffende bestemming is toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, bosbouwkundige en/of landbouwkundige waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.