31.2 Bouwregels
Voor zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het bergend regime van toepassing is, wordt alleen toestemming gegeven én nadat Rijkswaterstaat is gehoord en wordt nadat Rijkswaterstaat is gehoord toestemming gegeven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het waterbergend vermorgen in het waterbergend rivierbed gewaarborgd blijft;
-
b. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
-
c. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is; en
-
d. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.