30.2 Bouwregels
Voor zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt alleen toestemming gegeven én nadat Rijkswaterstaat is gehoord, indien:
-
a. Het een uitbreiding betreft van bestaande bouwwerken en het bestaande bebouwde oppervlak met dezelfde functie niet meer dan 10% wordt vergroot.
-
b. Het een nieuwe ontwikkeling betreft dan wel vergroting van bestaande bouwwerken met dezelfde functie groter dan 10% betreft, met dien verstande dat:
-
1. de uitbreiding / ontwikkeling uit bedrijfseconomisch oogpunt / continuïteit dan wel anderszins een zwaarwegend maatschappelijk belang betreft;
-
2. er geen alternatief buiten het rivierbed is;
-
3. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
-
4. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
-
5. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is; ende resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.