direct naar inhoud van Artikel 15 Sport
Plan: Buitengebied Venlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009019-VA01

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding sportveld, een sportveld;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - modelvliegclub', een modelvliegclub;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - zweefvliegclub', een zweefvliegclub;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondenvereniging', een hondenvereniging;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - klimtoren', een klimtoren;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schutterij', een schutterij;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietclub', een schietvereniging;
  • i. ter plaatse van de aanduiding glastuinbouw concentratie, een glastuinbouwconcentratiegebied;
  • j. ter plaatse van de aanduiding grondgebonden landbouw, een grondgebonden landbouwgebied;
  • k. ter plaatse van de aanduiding robuuste landbouw en natuur, een gebied met robuuste landbouw en natuur;
  • l. ter plaatse van de aanduiding bufferzone verdroging, een bufferzone verdroging;
  • m. ter plaatse van de aanduiding ecologische hoofdstructuur, de ecologische hoofdstructuur;
  • n. ter plaatse van de aanduiding middelhoge/hoge archeologische verwachting, een middelhoge/hoge archeologische verwachting;
  • o. ter plaatse van de aanduiding struwelen, struwelen;

met daaraan ondergeschikt:

  • p. kantine;
  • q. evenementen;

met daarbij behorende:

  • r. wegen en paden;
  • s. parkeervoorzieningen;
  • t. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • u. groenvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de verbeelding alsmede de volgende bepalingen:

15.2.1 Algemeen
  • a. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak.
  • b. De minimale afstand tot aan de wegzijde gelegen perceelsgrens bedraagt 10 meter.
  • c. De afstand van de gebouwen tot de perceelsgrens moet ten minste 5 meter bedragen.

15.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor bedrijfsgebouwen mag de maximale goot- en nokhoogte 6 respectievelijk 9 meter bedragen, tenzij de bestaande hoogte op het moment van tervisielegging van het plan meer bedraagt.

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 10 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
    • 2. schutsbomen gelegen binnen de aanduiding specifieke vorm van sport - schutterij, waarvan de hoogte maximaal 20 meter mag bedragen.
  • a. De hoogte van buitenopslag ten hoogste 4 meter mag bedragen.
  • b. Op de gronden gelegen voor de gevellijn mag niet worden gebouwd.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
  • f. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding.

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn.

15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
15.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de gronden bedoeld in dit artikel in ieder geval de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

a Bufferzone verdroging
  • 1. bodem: afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, egaliseren;
  • 2. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, dempen sloten, dempen poelen;
  • 3. infrastructuur: verharden oppervlakte;
  • 4. teeltondersteunende voorzieningen.

b Middelhoge en hoge archeologische verwachting

terrein met een middelhoge archeologische waarde, terrein met een hoge archeologische waarde, terrein met een zeer hoge archelogische verwachtingswaarde

  • 1. bodem: afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, indrijven, rooien;
  • 2. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, graven sloten;
  • 3. infrastructuur: aanleg leidingen.

c Struwelen
  • 1. beplantingen: rooien houtgewas, omzetten van grasland naar bouwland, omzetten van grasland naar boomteelt;
  • 2. teeltondersteunende voorzieningen.

15.5.2 Uitzondering op aanlegverbod

Het verbod van 15.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. werken en/of werkzaamheden die niet dieper gaan dan -0,4 meter beneden maaiveld;
  • b. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

15.5.3 Toelaatbaarheid werken of werkzaamheden

Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 15.5.2 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de omschrijving, die aan de desbetreffende bestemming is toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, bosbouwkundige en/of landbouwkundige waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.