direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer - Langzaam verkeer
Plan: Bestemmingsplan Kazernekwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP201225AANPKAZKW-VA03

Artikel 8 Verkeer - Langzaam verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Langzaam verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een kunstwerk in de vorm van een brug ten behoeve van het langzaam verkeer;
  • b. woonstraten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer', tevens voor een weg met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'water', tevens voor water;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'natuur', tevens voor het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke en de landschappelijke waarden;

met daaraan ondergeschikt:

  • i. bermen en beplanting;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. straatmeubilair;
  • l. voorzieningen van algemeen nut;

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Er mogen gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
  • c. De oppervlakte van voorzieningen van algemeen nut mag niet meer dan 15 m² bedragen.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen, met uitzondering van het bepaalde in sub b en c.
  • b. De hoogte van de onderkant van de brug zoals toegestaan in 8.1 sub a dient minimaal 20,25 m te bedragen (gemeten vanaf N.A.P). De maximale bouwhoogte van de brug bedraagt 35 m (gemeten vanaf N.A.P.).
  • c. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 12 m bedragen.
  • d. Overkappingen zijn niet toegestaan.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing binnen het plangebied:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
8.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
  • b. het aanplanten van bomen en/of houtgewas;
  • c. aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van verharde of halfverharde wegen en paden;
  • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen;
  • g. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • h. het vellen en rooien van houtgewas.

8.5.2 Toepassing

Het verbod als bedoeld in 8.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.

8.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 8.5.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van het landschappelijke waarden van de gronden ontstaan of kunnen ontstaan.