Verbod ander Gebruik
|
21.1.
|
Het is verboden de in de artikelen 4 tot en met 15 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken, danwel te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de doeleinden.
|
|
|
|
Vrijstelling
|
21.2.
|
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
|
|
|
|
|
21.3.
|
Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 1 wordt ten minste verstaan het gebruik:
|
|
a.
|
voor de opslag, al dan niet voor de verhuur of de verkoop van machines, voer- of vaartuigen, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken zijn, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
|
|
b.
|
voor het opslaan, storten of bergen van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
|
|
|
|
Procedure
|
21.4.
|
Bij toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 21.2 dient de procedure als bedoeld in artikel 23.1. te worden gevolgd.
|