Plan: | Kern Lemiers |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling |
IMRO-idn: | NL.IMRO.09810005bpkernlemiers- |
Doeleinden- omschrijving |
4.1 | De gronden op de plankaart aangewezen voor 'Agrarisch A' zijn bestemd voor: |
a. | een duurzaam agrarisch grondgebruik; | |
b. | het behoud, herstel dan wel de ontwikkeling van de aanwezige dan wel aan het gebied eigen natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. | |
Bouwvoor- schriften (erafscheidingen) |
4.2. | Op en in de tot agrarisch bestemde gronden, mogen uitsluitend erfafscheidingen, geen gebouwen zijnde worden opgericht, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen. |
Gebruiks- voorschriften |
4.3. | Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 21 lid 1 wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden: |
a. | als staanplaats voor onderkomens, behoudens voorzover en voorzolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in de tot 'Agrarisch A' bestemde gronden uit te voeren werken of werkzaamheden; | |
b. | als staanplaats voor wagens geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; | |
c. | als sport-, wedstrijd- of speelterrein, kampeer- of caravanterrein, parkeerterrein, lig- of speelweide, dagcamping; | |
d. | voor het beproeven van voertuigen, voor de beoefening van motorsport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, met uitzondering van rally's en puzzelritten, voor het racen of crossen met voertuigen of bromfietsen; | |
e. | voor het winnen van bosstrooisel, mos of mergel. | |
Aanleg- voorschriften |
4.4.1. | Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van Burgemeester en Wethouders de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: |
(1) | het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; | |
(2) | het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen; | |
(3) | het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren; | |
(4) | het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; | |
(5) | het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben; | |
(6) | het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen, olie of gas; | |
(7) | voor het afdekken van de bodem en/of het gewas met tunnels. | |
4.4.2. | Het onder 4.4.1. van dit lid bepaalde is niet van toepassing: | |
(1) | voor werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, waaronder o.a. dient te worden verstaan, het scheuren van grasland wanneer dit direct weer wordt ingezaaid en daarna weer wordt gebruikt als grasland, in welk geval het gemeentebestuur vooraf van het voornemen tot het scheuren van grasland in kennis wordt gesteld; | |
(2) | voor werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; | |
(3) | voor werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, zulks met uitzondering van het scheuren van graslanden; | |
(4) | voor werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, danwel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning kunnen worden uitgevoerd; | |
(5) | voor het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden; | |
(6) | voor het periodiek kappen van hakhout voorzover betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan bestaande bodemgebruik. | |
4.4.3. | Of, en zo ja onder welke voorwaarden de hier bedoelde werken of werkzaamheden toelaatbaar zijn, zal worden beoordeeld aan de hand van het bepaalde in artikel 3 en dit artikel onder 4.2., met dien verstande dat de werkzaamheden slechts toelaatbaar zijn, indien door die werken en werkzaamheden danwel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen aan de bestaande natuurwaarden, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van deze gronden geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan, danwel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. | |
Wijzigings- bevoegdheid |
4.5 | Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch A' binnen het op de plankaart als zodanig aangegeven 'Wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Wonen W', mits: |
a. | er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen, hetgeen onder andere betekent dat: | |
- | uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat de bodem ter plaatse geschikt is voor de beoogde bestemming; | |
- | aan de geldende luchtkwaliteitseisen kan worden voldaan; | |
- | uit een akoestisch onderzoek moet blijken dat de geluidsbelasting aan de gevel niet meer bedraagt dan 48 dB of, in geval van een geluidsbelasting hoger dan 48 dB, door de gemeente hogere grenswaarden zijn verleend; | |
- | dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem; | |
- | middels een flora- en faunaonderzoek is aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving; | |
- | is gebleken dat het waterhuishoudkundig belang voldoende in acht genomen wordt. | |
b. | het gebruik als woondoeleinden de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast; | |
c. | het stedenbouwkundig beeld en de cultuurhistorische waarde niet wezenlijk worden aangetast; | |
d. | bij de wijziging de Regionale Woonvisie terzake en het gemeentelijk woonbehoefteonderzoek in acht worden genomen; | |
e. | gebouwd wordt binnen de contour om Lemiers; | |
f. | voldaan wordt aan de bouwvoorschriften zoals opgenomen in artikel 13.3; | |
g. | de procedure zoals genoemd in artikel 23.2 wordt gevolgd. |