direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Opslag aardolieproducten
Plan: Maasoever
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000146-VG01

Artikel 4 Bedrijf - Opslag aardolieproducten

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Opslag aardolieproducten' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. aanvoer, opslag en distributie van aardolieproducten;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. verkeer- en parkeervoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. evenementen.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

op de als 'Bedrijf - Opslag aardolieproducten' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in artikel 4.1 genoemde functies worden gebouwd;

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste de op de verbeelding weergegeven maat;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' bedraagt het bebouwingspercentage ten hoogste het op de verbeelding weergegeven percentage.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van de opslagtanks voor aardolieproducten bedraagt ten hoogste 18 meter;
  • b. opslagtanks voor aardolieproducten worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erfafscheidingen, bedraagt ten hoogste 10 meter;
  • d. de hoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:

  • a. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  • b. de inrichting van terreinen;
  • c. de bruto vloeroppervlakte (bvo) en de hoogte van de gebouwen;
  • d. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.
4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden en opstallen worden in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik voor het stallen van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen;
  • b. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • c. het gebruik voor horeca;
  • d. het gebruik buiten de als 'bouwvlak' aangeduide gronden voor buitenopslag.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijking gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalden onder 4.1 ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1.

4.5.2 Voorwaarden

Bij het verlenen van de in 4.5.1 bedoelde omgevingsvergunning dient het onderstaande in acht te worden genomen:

  • a. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling betrokken te worden: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continu karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
  • c. er dient voldaan te worden aan de parkeernormen zoals opgenomen in Bijlage 2 van deze regels, waarbij parkeren op eigen terrein uitgangspunt is. Voor de toepassing dienen de normen uit de kolom 'overloopgebied' gebruikt te worden.