direct naar inhoud van 5.1 Algemeen
Plan: Noordelijke en Oostelijke Stadsrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000143-VG01

5.1 Algemeen

Planvorm

Het bestemmingsplan is opgesteld volgens het 'Handboek bestemmingsplannen' van de gemeente Roermond. Er is sprake van een zogenaamd 'beheersplan' aangezien onderhavig plan de bestaande situatie vastlegt. Het bestemmingsplan is opgesteld op basis van de RO-Standaarden 2008 en is digitaal uitwisselbaar conform de volgende normen:

Informatie Model Ruimtelijke Ordening (IMRO);

Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI);

Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP);

Praktijkrichtlijn Bestemmingsplan (PRBP).

Het beleid, zoals opgenomen in deze toelichting, is vertaald in de regels en op de bijbehorende verbeelding. De bestemmingsomschrijvingen zijn vastgelegd in de regels van de verschillende bestemmingen. Daarbij worden regels gegeven voor het bouwen en voor het gebruik van de bouwwerken en onbebouwde gronden. Om voldoende inzicht te krijgen in de juridische opzet van het plan worden hierna de systematiek en de inhoudelijke bepalingen nader toegelicht.

Het bestemmingsplan biedt voor de bestaande bebouwing en gebruiksvormen in het plangebied een consolidatie en beheersfunctie en staat geen nieuwe grote ontwikkelingen toe. Daarnaast zijn in dit bestemmingsplan projecten opgenomen die nog niet gerealiseerd zijn, maar waarvoor wel een planologisch besluit is genomen. Dit betreft een gedeelte van de Huis en Tuinboulevard ten zuiden van de bestaande bouwmarkten, recreatie in de vorm van 6 appartementen met bijbehorende voorzieningen aan het Spik 181 bij Versboerderij Schreurs en de realisatie van een weggebonden horecavoorziening ter plaatse van de verzorgingsplaats aan de A73.

Verbeelding

Tot het plan behoort een analoge en digitale verbeelding. De analoge verbeelding bevat alle te verbeelden informatie. Het gaat hierbij om het plangebied, de (dubbel)bestemmingen, de aanduidingen en verklaringen. In de digitale verbeelding is eveneens alle te verbeelden informatie opgenomen die op een interactieve wijze wordt getoond.

De verbeelding is getekend op een digitale kadastrale en GBKR ondergrond. De analoge verbeelding bestaat uit 2 deelkaarten. Aan de op de verbeelding opgenomen ondergrondgegevens, zoals gebouwen, kunnen geen rechten worden ontleend. Daar staat tegenover dat het ontbreken van dergelijke ondergrondgegevens ook niet leidt tot een beperking van rechten. De ondergronden hebben dus uitsluitend een illustratief karakter.

Planregels

Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Artikel 1 bevat een uitleg van de begrippen die in de planregels voorkomen. Artikel 2 bepaalt de wijze van meten, waarin wordt aangegeven hoe bij de toepassing van de bestemmingsregels wordt gemeten. Door het geven van begripsomschrijvingen en aanwijzingen voor het meten wordt de interpretatievrijheid verkleind en daardoor de duidelijkheid en rechtszekerheid vergroot.

Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels voor alle bestemmingen. Deze artikelen kennen een standaardopbouw. Per planregel zijn de doeleinden en de toegelaten gebruiksvormen van de gronden aangegeven. Per onderdeel volgt een nadere omschrijving en onderbouwing.

Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Dit hoofdstuk bevat een aantal algemene regels die gelden voor het hele plangebied. Het betreft daarnaast onder andere de anti-dubbeltelbepaling, algemene aanduidings-, afwijkings- en wijzigingsregels en algemene gebruiksregels.

Hoofdstuk 4 bevat de overgangs- en slotregel van het bestemmingsplan.

Wijze van bestemmen

De in het plangebied aanwezige bestemmingen bestaan in een aantal gevallen uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied om gebouwen te bouwen zoals in de regels is aangegeven.

Er zijn ook een aantal dubbelbestemmingen opgenomen zoals de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie.

Op de verbeelding is een onderscheid gemaakt in een aantal verschillende aanduidingen. Zo zijn er maatvoeringsaanduidingen opgenomen zoals een maximale bouwhoogte.

Ook zijn er bouwaanduidingen opgenomen zoals de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding -reclamemast.

Een aantal functieaanduidingen is gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming of een gedeelte daarvan nader te specificeren. Het kan hierbij gaan om een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden, een expliciete verruiming daarvan of juist een beperking. Voorbeelden hiervan zijn 'specifieke vorm van detailhandel', 'bedrijfswoning', 'intensieve veehouderij' en 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'.

Een gebiedsaanduiding is een aanduiding die verwijst naar een gebied waarvoor bij de toepassing van het bestemmingsplan specifieke regels gelden of waar nadere afwegingen moeten worden gemaakt. In het plangebied is onder andere een gebiedsaanduiding opgenomen voor de zone industrielawaai en de vrijwaringszones langs de A73.