direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Noordelijke en Oostelijke Stadsrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000143-VG01

3.3 Gemeentelijk beleid

Strategische visie

De Strategische Visie Roermond 2020 beschrijft het gewenste toekomstbeeld van de gemeente Roermond en is vastgesteld op 30 oktober 2008. De visie omvat doelstellingen, standpunten, sterke punten en onderscheidende kenmerken en geeft op hoofdlijnen aan waar de gemeente Roermond in 2020 wil staan. In 2020 dient Roermond een stad te zijn voor alle leeftijden, voor alle bevolkingsgroepen, waar het goed wonen, werken, vertoeven en recreëren is.

De strategische visie is uitgewerkt in een zestal aandachtsgebieden waarin de komende jaren geïnvesteerd dient te worden:

  • Roermond: Levende stad. Voor alle leeftijdscategorieën dient de stad de juiste voorzieningen te bieden zodat een bijzonder karakter en een grote aantrekkingskracht behouden blijft.
  • Roermond: Regio stad. De functie van Roermond als centrumstad voor de regio dient in de toekomst verder te worden versterkt. Hiervoor wordt onder meer geïnvesteerd in (EU)regionale bedrijventerreinen. Het huidige voorzieningenniveau van de gemeente dient zoveel mogelijk in stand te worden gehouden en waar mogelijk te worden uitgebreid.
  • Roermond: Sociale stad. Er dient geïnvesteerd te worden in veiligheid en sociale problematiek.
  • Roermond: Economisch sterke stad. In dit kader dient onder meer geïnvesteerd te worden in hoogwaardige (ouderen) zorg, verbetering van vestigingsklimaat voor bedrijven door een kwalitatieve woon-, cultuur-, en leefomgeving te creëren en bereikbaarheid.
  • Roermond: Prachtige stad. Kansen ten aanzien van toerisme en recreatie dienen optimaal te worden benut. Hiertoe dient geïnvesteerd te worden in de kwaliteit van de woon-, cultuur-, en leefomgeving.
  • Roermond: de gemeente. Betrokkenheid van de burgers bij besluitvorming en de kwaliteit van besluitvorming dient gewaarborgd te blijven.

Door onderhavig bestemmingsplan kan het aanwezige voorzieningenniveau in stand blijven. Tevens blijft hiermee het aantrekkelijke vestigingsklimaat voor bedrijven in stand en de werkgelegenheid die hiermee gepaard gaat. De aantrekkingskracht van het plangebied is (EU)regionaal door de aanwezigheid van de diverse detailhandelsvestigingen. Gelet op het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met de aandachtspunten die in de strategische visie zijn vastgesteld.

Structuurvisie Roermond (2002)

De gemeente Roermond heeft in 2002 een Structuurvisie opgesteld. Deze Structuurvisie bevat een visie voor het gehele grondgebied van de gemeente voor de komende 10 jaar en een doorkijk naar de langere termijn. De visie vormt het ruimtelijke integratiekader voor sectorale ontwikkelingen en visies.

In de structuurvisie wordt een behoefte aan bedrijventerreinen en perifere detailhandel geconstateerd. De gronden van de noordelijke en oostelijke stadsrandzone zijn aangewezen om deze behoefte op te vangen. Er wordt aangegeven dat de vestiging van kantoren beperkt dient te blijven tot een aantal locaties om tot een grotere herkenbaarheid en tot een opwaardering van het kantoorimago van Roermond te komen. Door de aanleg van de A73 en N280 is Roermond beter bereikbaar en ontstaat er een grotere behoefte aan kantoorruimte. De zichtlocaties aan de A73 en de N280 kunnen hiervoor worden benut.

De stadsrandzone wordt daarnaast genoemd als concentratiegebied voor perifere detailhandel. Uitgangspunten zijn concentratie en thematisering.

Twee ontwikkelingslocaties in de noordelijke en oostelijke stadsrandzone zijn aangewezen als PDV-concentratielocatie rond het thema 'wonen' (Broekhin II en 'Tuincentrum e.o.'). Twee andere ontwikkelingsgebieden zijn de terreinen 'Spoorzone Noord' en 'Spickerhoven III'. Deze zijn aangewezen als bedrijvenpark voor lichte bedrijvigheid.

Geconstateerd kan worden dat de beleidsuitgangspunten uit de structuurvisie voor een gedeelte reeds tot een concrete ruimtelijke ontwikkeling hebben geleid. Voor Spoorzone-Noord en Spickerhoven III geldt dat deze nog ontwikkeld kunnen worden.

Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond

De Provincie Limburg heeft beleid ontwikkeld voor het buitengebied en aanvullend voor een aantal gebieden binnen het stedelijk gebied, dat als uitgangspunt heeft dat bebouwingsontwikkelingen leiden tot verlies van omgevingskwaliteit en dat dit verlies dient te worden gecompenseerd door een kwaliteitsimpuls. De provincie stelt dat 'rode ontwikkelingen' buiten de vastgestelde contouren slechts mogelijk zijn indien de locatie zich daar planologisch voor leent én indien dit gepaard gaat met een compensatie van de 'aantasting' en kwaliteitsverbetering van het buitengebied en aanvullend een aantal gebieden binnen het stedelijk gebied. Deze compensatie kan bestaan uit een compensatie in natura of een financiële bijdrage.

Dit beleid is vastgelegd in het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM). Het LKM is op 12 januari 2010 door Gedeputeerde Staten vastgesteld en is een uitwerking van de POL herziening 'Verstedelijking, Gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering'.

Het provinciale beleid is door de gemeente nader uitgewerkt in de Structuurvisie kwaliteitsbijdrage gemeente Roermond die op 16 februari 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld.

Het LKM stelt een kwaliteitsbijdrage bij rode ontwikkelingen buiten de contour voor alle POL-perspectieven verplicht. Binnen de stedelijke contour is voor de POL-perspectieven P2 (Provinciale ontwikkelingszone groen' en P3 (Ruimte voor veerkrachtige watersystemen) het LKM verplicht. Binnen de stedelijke contour is voor het perspectief P8 (Stedelijke ontwikkelingszone) het LKM verplicht voor agrarische nieuwvestiging en uitbreiding alsmede voor glastuinbouw en nieuwe landgoederen.

Het plangebied is voor het overgrote deel gelegen binnen de grens stedelijke dynamiek. Alleen de gronden ten oosten van de A73 die in dit bestemmingsplan betrokken zijn vallen buiten deze grens. Deze gronden vallen onder het regime van Vitaal landelijk gebied (P4). Alleen voor deze gronden is de structuurvisie LKM van toepassing.

Het plangebied wordt verder begrensd door de perspectieven Ecologische hoofdstructuur (P1), Vitaal Landelijk gebied (P4) en Stedelijke ontwikkelingszone (P8).

Dit bestemmingsplan is een conserverend plan en maakt geen ruimtelijke ontwikkelingen in het omliggende gebied (dus buiten de grens stedelijke dynamiek) mogelijk. Bovendien hebben de gebieden die onder EHS (P1) vallen de bestemming Natuur.

Ontwikkelingsvisie Noordelijke en Oostelijke stadsrand (2006)

Deze ontwikkelingsvisie heeft tot doel de stadsrandzone te verkennen op beperkingen en mogelijkheden voor de nagestreefde bedrijfsontwikkeling. De visie vormde het toetsingskader voor de ruimtelijke ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren in het plangebied hebben voorgedaan.

Roermond heeft de ambitie om zich als koopstad verder te ontwikkelen en te versterken. In diverse beleidsnota's is deze taakstelling ook verwoord. De gemeente streeft naar een zo hoog mogelijke koopkrachtbinding van haar eigen inwoners en een vergroting van de toevloeiing van bezoekers van binnen en buiten de regio. De gemeente wil een complementair pakket aan winkelvoorzieningen voor de consument bieden. Dit betekent dat er, naast de binnenstad van Roermond en het Designer Outlet Center (DOC) Roermond voor het recreatief winkelen, de buurt- en wijkwinkelcentra voor de dagelijkse boodschappen, ook ruimte moet zijn voor doelgerichte aankopen. Deze winkellocaties worden meestal thema- of merkgericht bezocht. In Roermond is de meubelboulevard Vrijveld themagericht (wonen). Broekhin I heeft geen echte thematiek (doe-het-zelf, auto's, wonen), maar daar kan in de toekomst wellicht de branche auto's en aanverwante zaken (thema vervoer) versterkt worden.

De gemeente staat open voor marktinitiatieven die de ambities van de gemeente ondersteunen. Voorwaarde bij dergelijke initiatieven is dat ze de detailhandelsstructuur (binnenstad, DOC, buurt- en wijkwinkelcentra, PDV-locaties) niet duurzaam ontwrichten. De gemeente streeft naar een gezonde en complete detailhandelsstructuur voor het komend decennium en dit kan betekenen dat voor bepaalde winkelclusters het toekomstperspectief wijzigt. Door middel van beleidsmaatregelen zal het toekomstperspectief gerealiseerd moeten worden.

Evenals in het Provinciaal omgevingsplan Limburg onderscheidt de gemeente drie typen winkelconcentraties welke samenhangen met koopgedrag en bezoekmotief:

- centra voor boodschappen doen;

- centra voor recreatief winkelen (funshoppen) binnenstad en DOC;

- centra voor doelgerichte aankopen (runshoppen) Vrijveld en Broekhin I;

Er bestaat geen hiërarchie tussen de drie typen winkelgebieden. Omdat de consument behoefte heeft aan alle drie de centra kunnen ze naast elkaar functioneren en zijn ze onderling aanvullend. Daarnaast zijn er in het dagelijkse verzorgende segment veel supermarkten op solitaire locaties gevestigd. Deze zouden bij voorkeur naar een winkelcluster verplaats moeten worden. Daarmee wordt de bestaande structuur versterkt en verduidelijkt. Ook ten aanzien van andere winkels die verspreid zijn gelegen is het uitgangspunt verspreide bewinkeling bevriezen, geen uitbreidingsmogelijkheden ter plekke. Daar waar mogelijk worden locaties omgevormd naar andere functies.

In de visie wordt per gebied het volgende toekomstperspectief gegeven:

Broekhin I

Naast enkele woonzaken komt het accent meer op de branche auto's te liggen. Het kan ook zo zijn dat Broekhin I zich meer richting gemengd bedrijventerrein ontwikkelt met groothandel, industrie en detailhandel in volumineuze goederen.

Huis en Tuin Boulevard

Het initiatief kan getypeerd worden als een themacentrum waarbij inrichting van huis en tuin centraal staan.

Retailpark

Dit initiatief biedt ruimte aan grootschalige winkels voor doelgerichte aankopen (aangevuld met leisure en horeca), die een versterking en aanvulling voor het winkelaanbod in Roermond en regio betekenen. Hier kan ook ruimte geboden worden voor nieuwe grootschalige concepten en formules.

Op basis van het Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid, de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte, is in de ontwikkelingsvisie gekomen tot de volgende invulling van de gebiedsdelen van de noordelijke en oostelijke stadsrandzone:

De gebiedsdelen 'Spoorzone',’Spickerhoven’ en 'Spickerhoven III' worden aangewezen als een bedrijvenpark. Kantoren met een ondersteunende functie zullen ook worden toegestaan mits het aandeel kantooractiviteiten niet de overhand neemt.

De gebiedsdelen 'Broekhin II (gronden Retailpark en Outdoor Center) en 'Tuincentrum' (gronden Huis en tuin Boulevard) worden aangewezen als PDV- concentratielocaties die zich richten op het thema wonen. In gebiedsdeel 'Broekhin II' zal ook ruimte worden geboden aan niet-perifere detailhandel. Het gaat hier om grootschalige detailhandelsvestigingen voor doelgerichte aankopen. Bij het gebiedsdeel 'Tuincentrum' zal worden ingezet op de ontwikkeling van een huis- en tuinboulevard rondom het bestaande tuincentrum.

Voor alle ontwikkelingen geldt dat deze de huidige winkelstructuur niet mogen ontwrichten.

Brancheadviescommissie (Bac)

Om nieuwe initiatieven te toetsen en om de winkelstructuur te waarborgen is in bovengenoemde visie bepaald dat een Bac wordt ingesteld. De Bac is een onafhankelijk adviesorgaan bestaande uit deskundigen met een onafhankelijke voorzitter. De Bac adviseert over alle retail binnen de gemeente Roermond groter dan 1000 m2. Deze commissie heeft 2 rollen. Ten eerste wordt de Bac om advies gevraagd inzake nieuwe detailhandelsinitiatieven. Ten tweede wordt de Bac gevraagd het college te adviseren over de vraag of een bepaalde winkel c.q. formule binnen de door het college verleende planologische besluit en realiseringsovereenkomst past. Het advies van de Bac is niet bindend.

Beleidslijn supermarktvestigingen in Roermond

Uit dit beleid volgt dat supermarkten bij voorkeur moeten worden gevestigd in de buurtwinkelcentra. Daarnaast wordt er gestreefd naar de verplaatsing van supermarkten op solitaire locaties zoals b.v. de voormalige C 1000 aan de Broekhin Zuid of de Aldi aan de Lindelaan. Dit betekent echter niet dat een vestiging of verplaatsing van een supermarkt in of aan een ander winkelcluster, dan een buurt- of wijkwinkelcentrum, onbespreekbaar is. Binnen het geformuleerde beleid is daar zelfs ruimte voor.

De gemeente vindt dat de vestiging van een supermarkt in of aan een winkelcluster (niet zijnde een buurtwinkelcentrum) zoals het Retailpark, Huis en Tuin Boulevard of andere winkelclusters de voorkeur verdient boven de vestiging op een solitaire locatie in b.v. een woonbuurt, bedrijventerrein of buitengebied. Immers bij winkelclusters is er vaak sprake van goede bereikbaarheid, voldoende parkeermogelijkheden, synergievoordelen. Hierbij gelden wel de volgende voorwaarden:

- supermarktvestiging of verplaatsing leidt niet tot duurzame ontwrichting van de winkelstructuur (m.n. buurt- en wijkwinkelcentra);

- er is middels een alternatievenonderzoek gebleken dat een vestiging van de supermarkt in een buurtwinkelcentrum fysiek en of distributie planologisch niet mogelijk cq. onwenselijk is.

De Aldi en de Lidl zijn gevestigd in de Huis en Tuin Boulevard vanwege hun regiofunctie en een relatief grote verkeersaantrekkende werking. Het zijn beide verplaatsers, zo was de Aldi gevestigd op de Lindenlaan zoals hiervoor is aangegeven en was de Lidl gevestigd op de Maastrichterweg.

De beleidsdoelstellingen voor het plangebied zijn voor een groot deel gerealiseerd. Op enkele plaatsen, zoals de 'Spoorzone' en 'Spickerhoven III', is nog ruimte voor ontwikkeling. Indien zich een concreet plan voordoet, zal dat mogelijk worden gemaakt door middel van een aparte planologische procedure.