Plan: | Noordelijke en Oostelijke Stadsrand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0957.BP00000143-VG01 |
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeeld van het huidige ruimtelijke en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Centrale doel van de SVIR is Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028). Dit gebeurt aan de hand van drie deeldoelen:
Hieraan zijn 13 nationale belangen gekoppeld, waaronder de grote rivieren. Het Rijk is verantwoordelijk voor het veiligstellen van deze 13 nationale belangen.
De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang de aanpak is uitgewerkt op basis van lopende en voorziene projecten. Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR heeft het Rijk, op basis van de Wro, twee besluiten waarmee dat mogelijk is:
a. het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro): het Barro geeft de juridische kaders die nodig zijn om het vigerend ruimtelijk rijksbeleid te borgen, daarin zijn onder meer de grote rivieren opgenomen.
b. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro): het Bro stelt vanuit de rijksverantwoordelijkheid voor een goed systeem van ruimtelijke ordening juridische kaders aan de processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij de verschillende overheden.
De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Deze zijn opgenomen in het Barro. Provincies en gemeenten worden geacht de inhoud daarvan te laten doorwerken in de ruimtelijke besluitvorming. De bepalingen in het Barro zijn daarmee concreet normstellend bedoeld en worden geacht direct of indirect (dat wil zeggen door tussenkomst van de provincie) door te werken tot op het niveau van de lokale besluitvorming, zoals de vaststelling van bestemmingsplannen.
IJzeren Rijn
Titel 2.7 van het Barro geeft invulling aan de ruimtereservering voor het nieuwe deel van het tracé van de IJzeren Rijn. In de Regeling algemene ruimtelijke ordening (Rarro) is een kaart opgenomen met daarop de ruimtereservering. Het beoogde nieuwe tracé loopt voor een klein deel door het plangebied, zie figuur 3.1.
Aangezien er geen tracébesluit is genomen en er geen zekerheid is dat het tracé daadwerkelijk aangelegd wordt zoals opgenomen in de Barro, is dit nieuwe tracé niet op de verbeelding opgenomen. Om de aanleg hiervan mogelijk te kunnen maken dient derhalve een procedure doorlopen te worden.
Figuur 3.1 IJzeren Rijn
Vogel- en Habitatrichtlijn
De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de "Natuurbeschermingswet 1998" en de "Flora- en faunawet". Deze wetten vormen een uitwerking van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Daarnaast vindt beleidsmatig gebiedsbescherming plaats door middel van de ecologische hoofdstructuur (EHS), die is geïntroduceerd in het "Natuurbeleidsplan" (1990) van het Rijk en op provinciaal niveau in het "Provinciaal Omgevingsplan Limburg" (POL) 2006 is uitgewerkt.
De Natuurbeschermingswet heeft betrekking op de Europees beschermde Natura-2000-gebieden en de beschermde natuurmonumenten. De Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden in Nederland gecombineerd als Natura 2000-gebieden aangewezen. Projecten, plannen en activiteiten die mogelijk een negatief effect hebben op de beschermde natuur in een Natura 2000-gebied (of beschermd natuurmonument) zijn vergunningsplichtig. De EHS is een robuust netwerk van natuurgebieden en tussenliggende verbindingszones. Dit netwerk bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuw aan te leggen natuur en verbindingszones tussen de gebieden. Ook de beheersgebieden voor agrarisch natuurbeheer behoren tot de EHS. De feitelijke beleidsmatige gebiedsbescherming vindt plaats door de uitwerking van het provinciaal beleid in gemeentelijke bestemmingsplannen.
Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals een staats- of beschermd natuurmonument of een speciale beschermingszone ingevolge de Vogel- of Habitatrichtlijn. De planlocatie is op ruim 1,5 km afstand van het Natura 2000-gebied 'Meinweg' gelegen. Het plangebied maakt deel uit van de nieuwe natuur binnen de Provinciale Ecologische Structuur (PES). Omdat het plan hoofdzakelijk consoliderend is, kunnen negatieve effecten op de beschermde natuurgebieden worden uitgesloten. Het Natura 2000-gebied is ook nog eens op een relatief grote afstand gelegen van het plangebied en daartussen zijn meerdere buffers (gebouwen en wegen) gelegen. De Natuurbeschermingswet staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. In paragraaf 4.5 wordt verder ingegaan op het aspect flora en fauna.