Plan: | Buitengebied Asenray |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0957.BP00000128-VG01 |
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaald dat ruimtelijke plannen digitaal (en analoog) beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digital en analoge bestemmingsplannen moeten voldoen. Zo bevatten de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. SVBP kent (ondermeer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.
Het bestemmingsplan biedt voor de bestaande bebouwing en gebruiksvormen in het plangebied een consolidatie en beheersfunctie en staat geen grote ontwikkelingen toe. Wel zijn er een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen die met name zien op een wijziging van gebruik en niet op grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen.
De juridische planvorm is afgestemd op de hoofdlijnen van het beleid dat enerzijds gericht is op behoud van aanwezige functies en anderzijds op een regeling die toeziet op een duurzame ontwikkeling die aansluit bij de aanwezige waarden. Gezien het gewenste behoud van de ruimtelijke en functionele structuur en de behoefte aan sturing aan de ontwikkeling van het buitengebied is gekozen voor een getailleerde planvorm. Deze planvorm maakt het mogelijk de aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een gedetailleerde bestemmingsregeling waardoor de ruimtelijke kwaliteit in het gebied als zodanig kan worden beheerd, behouden en ontwikkeld.
Uitgangspunt is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de regels zijn eventuele ontheffing- en wijzigingsregels opgenomen.
De in het plangebied aanwezige bestemmingen bestaan in de meeste gevallen uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied dat is aangegeven waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. Het bouwvlak is op de verbeelding voorzien van aanduidingen die betrekking hebbben op de maatvoering.
Op de verbeelding is een onderscheid gemaakt in een aantal verschillende aanduidingen. Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringsaanduidingen, waaronder de bouwhoogte en het maximum bebouwingspercentage.
Een aantal functieaanduidingen is gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming of een gedeelte daarvan nader te specificeren. Het kan hierbij gaan om een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden, een expliciete verruiming daarvan of juist een beperking. Voorbeelden hiervan zijn 'intensieve veehouderij', 'recreatiewoningen' en verkooppunt motorbrandstoffen'.
Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken, worden bouwaanduidingen genoemd. Een gebiedsaanduiding is een aanduiding die verwijst naar een gebied waarvoor bij de toepassing van het bestemmingsplan specifieke regels gelden of waar nadere overwegingen moeten worden gemaakt. In het plangebied is een gebiedsaanduiding opgenomen voor het gebied waar bijvoorbeeld een veiligheidszone - lpg of een geluidzone - weg gelegen zijn.