13.4.1 Wijziging naar recreatie
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de functie Bedrijf - Schrootbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' naar een bij het gebied passende recreatieve bestemming , met dien verstande dat:
-
a. het kleinschalige vormen van recreatieve bedrijvigheid betreft, zoals:
- dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van een kinderboerderij of museum alsmede hiermee qua aard en omvang overeenkomstige voorzieningen;
- verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een pension, vakantieappartementen en een groepsaccommodatie, zoals een kampeerboerderij / kamphuis; kampeermiddelen, stacaravans, trekkershutten en losstaande recreatiewoningen zijn niet toegestaan;
-
b. de agrarische bedrijfsuitoefening op het betreffende bouwvlak in zijn geheel komt te vervallen;
-
c. hergebruik is uitsluitend toegestaand binnen de bestaande gebouwencontour; in geval van nieuwbouw dient tenminste 50% van het bestaande bebouwde oppverlak en inhoud van de opstallen te worden gesloopt, waarbij een totaal bebouwd oppervlak van maximaal 750 m2 aanwezig mag blijven;
-
d. per recreatiewoning het oppervlak ten hoogste 100 m2 bedraagt;
-
e. er per recreatiewoning ten minste 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd wordt;
-
f. aangetoond is dat er voldaan wordt aan de normen voor wat betreft aantal parkeerplaatsen zoals die zijn opgenomen in Bijlage 3 Parkeernormen;
-
g. permantente bewoning van een recreatiewoning niet is toegestaan;
-
h. er ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' geen nieuwe woning mag worden opgericht;
-
i. horeca is niet toegestaan, behoudens als ondergeschikte nevenactiviteit ten dienste van de hoofdfunctie;
-
j. aangetoond is dat er geen sprake is van onevenredige aantasting van de bestaande landschappelijke en natuurwaarden;
-
k. aangetoond is dat het gebruik niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsvoering van omliggende (agrarische) bedrijven;
-
l. aangetoond is dat voldaan wordt aan de normen gesteld in of krachtens de Wet bodembescherming;
-
m. aangetoond is dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig aangetast wordt.