direct naar inhoud van 4.2 Externe veiligheid
Plan: Kern Asenray
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000124-VG01

4.2 Externe veiligheid

4.2.1 Inleiding

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water, spoor en door buisleidingen. Ook de risico's die verbonden zijn aan het gebruik van luchthavens vallen onder externe veiligheid.

4.2.2 Beleidskader

Op bovenstaande categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor transport over weg, water en spoor staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRvgs), die op termijn vervangen zal worden door het 'Besluit transportroutes externe veiligheid'. Het beleid met betrekking tot het gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen bij bedrijven is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). In het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) is het beleid beschreven inzake buisleidingen.

Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen. Hieronder worden beide begrippen verder uitgewerkt.

Plaatsgebonden Risico (PR)

Het plaatsgebonden risico (PR) geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6/jaar contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6/jaar contour niet als grenswaarde, maar als een richtwaarde.

Groepsrisico (GR)

Het groepsrisico (GR) is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald): de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het GR kan niet 'op de kaart' worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N): de fN-curve.

Verantwoordingsplicht

Voor elke significante verandering van het groepsrisico in het invloedsgebied dient verantwoording afgelegd te worden, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van de verandering in de besluitvorming betrokken is. Naast de omvang van het groepsrisico dienen andere kwalitatieve aspecten meegewogen te worden in de beoordeling van de aanvaardbaarheid van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen onder andere zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Een verplicht onderdeel in invulling van de verantwoordingsplicht is advies vragen aan de regionale brandweer.

Visie externe veiligheid Roermond

In de Visie externe veiligheid Roermond (kortweg Visie), die op 10 juni 2010 door de gemeenteraad is vastgesteld, zijn de ambities en de visie van de gemeente Roermond geformuleerd, die gebruikt worden bij de uitvoering van het externe veiligheidsbeleid binnen de gemeente. Bovendien zijn in de Visie planologische kaders opgesteld voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Risicovolle activiteiten

Alvorens het plan wordt opgesteld dient er een inventarisatie plaats te vinden van de risicovolle activiteiten, zoals Bevi-bedrijven, transportroutes voor gevaarlijke stoffen en buisleidingen, in of nabij het plangebied. Tevens dient bepaald te worden of risicovolle activiteiten binnen het plan worden toegestaan.

In de Visie externe veiligheid Roermond zijn alle risicovolle inrichtingen, transportroutes voor gevaarlijke stoffen en buisleidingen in de gemeente geïnventariseerd.

Bevi-inrichtingen in het plangebied

Binnen de grenzen van het plangebied en in de directe nabijheid hiervan zijn geen Bevi-inrichtingen aanwezig. De dichtstbijgelegen risicovolle inrichting is het LPG-tankstation aan Maalbroek 102. Deze inrichting ligt op meer dan 1300 meter van het plangebied. Gelet op het voorgaande kan gesteld worden dat er met betrekking tot Bevi-inrichtingen geen knelpunten aanwezig zijn.

Buisleidingen

Binnen het plangebied ligt een transportleiding voor brandbare vloeistoffen (verder aangeduid met brandstofleiding). Verder liggen op enige afstand van het plangebied transportleidingen voor brandbare vloeistoffen en aardgas. Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV heeft een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheid ten gevolge van de aanwezige aardolieleidingen in de gemeente Roermond. De binnen het plangebied gelegen brandstofleiding wordt gebruikt voor het transport van K1-vloeistoffen. Deze leiding heeft een diameter van circa 10 inch en een maximale werkdruk van 80 bar. Volgens de Risicokaart bedraagt de plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6 per jaar) van deze brandstofleiding 0 meter. Dit betekent dat deze contour op de leiding ligt.

Op basis van de druk en diameter van de leiding is conform de handleiding risicoberekeningen Bevb sprake van een PR 10-6 per jaar van 13 meter. Binnen deze PR-contour zijn 2 woningen gelegen.

In artikel 17 van het Bevb is het volgende bepaald: 'indien op het tijdstip waarop dit besluit van toepassing wordt het plaatsgebonden risico voor een kwetsbaar object, veroorzaakt door een buisleiding hoger is dan 10-6 per jaar, draagt de exploitant er zorg voor dat binnen drie jaar na dat tijdstip het plaatsgebonden risico die waarde niet meer overschrijdt'. Het Bevb is op 1 januari 2011 in werking getreden en derhalve ook op dat moment op de brandstofleiding binnen het plangebied van toepassing geworden. De woningen die binnen de PR-contour zijn gelegen dienen aangemerkt te worden als beperkt kwetsbare objecten omdat het verspreid liggende woningen betreft met een dichtheid van minder dan 2 woningen per hectare. Nu het beperkt kwetsbare objecten betreft is het niet noodzakelijk dat er door de exploitant maatregelen getroffen dienen te worden om te kunnen voldoen aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico.

Gezien de zeer dichte bebouwingsdichtheid in de directe nabijheid van de brandstofleiding is er geen sprake van een relevant groepsrisico. De plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6 per jaar) van de verder weg gelegen transportleidingen voor brandbare vloeistoffen en aardgas overlappen het plangebied niet. Uit berekeningen die met het rekenprogramma Carola zijn uitgevoerd blijkt dat het groepsrisico voor alle aardgastransportleidingen die in de omgeving van het plangebied zijn gelegen, kleiner is dan 0,1 van de oriëntatiewaarde. Derhalve kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het groepsrisico.

Transport gevaarlijke stoffen

Voor het transport van gevaarlijke stoffen door Roermond zijn de A73, N280, N293 en de N570 aangewezen. Aan de noordzijde is op circa 20 meter van het plangebied de N280 gelegen. In de Visie externe veiligheid Roermond is bepaald dat binnen 200 meter van de N280 geen extra kwetsbare objecten opgericht mogen worden. Als extra kwetsbare objecten worden in de Visie de volgende objecten aangemerkt: basisscholen, kinderdagverblijven, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en andere functies waar groepen verminderd zelfredzame personen verblijven. In het kader van het opstellen van de Visie heeft er een inventarisatie plaatsgevonden van de ligging van de extra kwetsbare objecten binnen de gemeente. Hierbij is vastgesteld dat er binnen het plangebied geen extra kwetsbare objecten gelegen zijn binnen 200 meter van de N280. Uit de signaleringskaart die is opgenomen in de Visie blijkt dat een gedeelte van het plangebied gelegen is binnen het invloedsgebied van de N280.

In de nabijheid van het plangebied zijn geen spoor- en waterwegen aanwezig waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Verantwoording groepsrisico

Voorliggend bestemmingsplan is consoliderend van aard en bevat geen ontwikkelingen die effect hebben op de ongestoorde ligging van de buisleidingen of de externe veiligheid. Daar het een consoliderend bestemmingsplan is, kan worden volstaan met een beperkte verantwoording.

Ten gevolge van dit consoliderend bestemmingsplan verandert het aantal personen binnen de invloedsgebieden van de aanwezige buisleidingen en de N280 niet.

Ten aanzien van de zelfredzaamheid valt op te merken dat er in de invloedsgebieden geen groepen van personen voorkomen die als verminderd zelfredzaam aangemerkt dienen te worden. tevens zijn binnen de invloedsgebieden slechts laagbouwwoningen aanwezig. deze woningen zijn over het algemeen god te ontvluchten. Daarnaast zijn er voldoende vluchtroutes die van de risicobron af gericht zijn. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid zijn daarmee goed te noemen.

Met betrekking tot de bestrijdbaarheid kan worden opgemerkt dat het plangebied goed bereikbaar is voor hulpdiensten. Ook zijn er genoeg opsteldiensten binnen het plangebied aanwezig voor hulpdiensten. Er si voldoende bluswater aanwezig en de bluswatervoorzieningen zijn goed bereikbaar.

Bij brief van 21 juli 2010 heeft het bestuur van de Veiligheidsregio Limburg Noord medegedeeld dat het een beheersplan betreft waarbij geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen binnen de planperiode van 10 jaar zijn voorzien. De vaststelling van een dergelijk plan is niet van invloed op de voorbereiding van de rampenbestrijding. Er bestaat daarom geen noodzaak tot het uitbrengen van advies.

Ongeacht de inzet van buisleidingbeheerder, transporteurs van gevaarlijke stoffen, gemeente en hulpverleningsdiensten om de situatie zo veilig mogelijk te maken zal er altijd sprake zijn van een restrisico. Immers, de kans op een ongeval, hoe klein ook, blijft altijd aanwezig. het restrisico is in dit geval onder deze omstandigheden en afgezet tegen een breder kader aanvaardbaar.

Vaststelling van dit consoliderend bestemmingsplan leidt niet tot een significante verhoging van het groepsrisico. Het groepsrisico is verantwoord.