direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Kern Vaesrade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.bpKERNVAESRADE-VA07

Artikel 14 Wonen

Bestemmingsomschrijving   14..   De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:  
  a.   wonen;  
  b.   duurzaam bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie;  
  c.   uitsluitend garageboxen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen- garageboxen";  
     
  d.   Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie" zijn mede de regels van het desbetreffende artikel van toepassing  
     
Bouwregels   14.2.1.   Op de tot "Wonen" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:  
  a.   vrijstaande, geschakelde en aaneengesloten woningen;  
  b.   gestapelde woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "gestapeld";  
  c.   bijgebouwen;  
  d.   uitsluitend garageboxen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - garageboxen"  
  e.   en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.  
     
  14.2.2.   Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:  
  a.   het hoofdgebouw dient in het bouwvlak te worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd. Garageboxen dienen in het bouwvlak gebouwd te worden;  
  b.   per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal woningen dat bestond op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;  
  c.   ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - nieuwbouw' mag, in afwijking van het bepaalde onder b, het ter plaatse aangeduide aantal nieuwe wooneenheden worden opgericht;  
  d.   in het bouwvlak mag in niet meer dan twee bouwlagen worden gebouwd, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' en 'specifieke vorm van wonen - garageboxen';  
  e.   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen' mag in niet meer dan één bouwlaag worden gebouwd;  
  f.   de hoogte van een bouwlaag mag niet meer bedragen dan 3,50 meter.  
  g.   de voorgevel wordt voor ten minste 70% in de naar de weg gekeerde bouwgrens gebouwd;  
  h.   de voorgevelbreedte van de woning dient ten minste 5,50 meter te bedragen.  
  i.   de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 12,50 meter, tenzij anders aangeduid;  
  j.   indien niet in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, ten minste 3 meter uit de erfscheiding zal worden gebouwd.  
  14.2.3.   bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde voldoen aan het bepaalde in artikel 17 van deze regels.  
     
Nadere eisen   14.3.   Burgemeester en Wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 meter, nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmeting van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, parkeerhinder, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.

Daarnaast kunnen Burgemeester en Wethouders nadere eisen stellen ten behoeve van gebruik van duurzame (bouw)materialen, onder meer in verband met het tegengaan van gebruik van uitloogbare bouwmaterialen.
 
Ontheffing van de bouwregels   14.4   Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen
voor:
a. het overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak zoals bepaald in artikel 18.4;
b. het overschrijden van het toegestane oppervlakte aan bijgebouwen zoals bepaald in artikel 18.5;
c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere hoogte zoals bepaald in artikel 18.6;

Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid wordt de procedure in artikel 20.1 gevolgd.
 
     
Specifieke gebruiksregels   14.5.1   Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:  
  a.   tuin en/of groenvoorzieningen;  
  b.   parkeervoorzieningen;  
  c.   opslagdoeleinden, ten behoeve van normaal bij de bestemming van de grond behorend gebruik. Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag van vuurwerk.
 
  14.5.2.   Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:  
  a.   bewoning, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft;  
  b.   beroeps-, bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte voor vuurwerk;  
  b.   groothandel;  
  c.   horeca;  
  d.   detailhandel;  
  e.   opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als verboden gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;  
  f.   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garagebox' voor particuliere opslagdoeleinden, anders dan inherent aan de stalling van motorvoertuigen.  
     
  14.5.3.   Het verbod om de voor 'Wonen' aangewezen gronden
en opstallen te gebruiken als beroepsmatige werken/ of opslagruimte is niet van toepassing op het gebruik van ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:  
  a.   ten minste 50% van het verblijfsgebied met woonfunctie
van de woning gehandhaafd blijft alsmede bij woningen met een verblijfsgebied van minder dan 240 m² een verblijfsgebied met woonfunctie van 120 m² behouden blijft;  
  b.   degene die de activiteiten uitvoert uitsluitend de bewoner van de woning is;  
  c.   dit gebruik mag geen ernstige of onevenredige hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;  
  d.   op eigen terrein in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien overeenkomstig het parkeerbeleid;  
  e.   er mag geen detailhandel plaatsvinden.  
     
Ontheffing van de gebruiksregels   14.6.   Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen
voor:  
  a.   het inpandig realiseren van extra woningen zoals
bepaald in artikel 18.7;  
  b.   een kleinschalig dienstverlening zoals bepaald in artikel 18.8;

mits bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid
de procedure in artikel 20.1 wordt gevolgd.  
     
Wijzigingsbevoegdheid   14.7   Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming "Wonen" wijzigen ten behoeve van extra bouw- en bijgebouwmogelijkheden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 1' conform het bepaalde in artikel 19, lid 19.4 van deze regels