direct naar inhoud van Artikel 12 Sport
Plan: Kern Vaesrade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.bpKERNVAESRADE-VA07

Artikel 12 Sport

Bestemmingsomschrijving   12.1.   De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:  
  a.   recreatieve doeleinden op sportgebied;  
  b.   het stallen van paarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';  
  c.   de paardensport, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';  
  d.   horeca ten dienste en ondergeschikt aan de doeleinden omschreven onder a. en c.;  
  e.   een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'  
  f.   detailhandel ten dienste en ondergeschikt aan de doeleinden omschreven onder a. en c.; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';  
  g.   duurzaam bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie;  
  h.   en de daarbij behorende voorzieningen.  
     
Bouwregels   12.2.1   Op de tot "Sport" bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:  
  a.   gebouwen, geen woningen zijnde;  
  b.   één bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';  
  c.   en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.  
     
  12.2.2   Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:  
  a.   gebouwen worden in het bouwvlak gebouwd;  
  b.   in uitzondering op het bepaalde onder a. zijn kleine ondergeschikte gebouwen (zoals dug-outs) ook buiten het bouwvlak toegelaten, met dien verstande dat:
1. de totale maximale oppervlakte per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 20 m2;
2. de oppervlakte per gebouw niet meer bedraagt dan 10 m2 ;
3. de hoogte niet meer bedraagt dan 2,5 meter.
 
  c.   de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,00 meter met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'manege' waar de goothoogte niet meer dan 7,00 meter mag bedragen;  
  d.   de voorgevel dient voor ten minste 70% in de naar de weggekeerde bouwgrens te worden gebouwd;  
  e.   het maximaal toegestane bebouwingspercentage mag niet worden overschreden;.  
  f.   de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 6 meter, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'manege', waar de bouwhoogte maximaal 12,50 meter bedraagt;  
  g   een bedrijfswoning dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 14 lid 14.2;  
  h.   ondergronds bouwen is toegestaan, mits daarbij niet behoeft te worden voorzien in een toegang van buitenaf, ten behoeve van het zelfstandig functioneren van de ruimte.  
     
  12.2.3.a.   Bouwwerken, geen gebouw zijnde voldoen aan het bepaalde in artikel 17 van deze regels.  
  b.   In afwijking van het bepaalde onder 12.2.3.a gelden de volgende bepalingen:
1. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke niet bij de bedrijfwoning behoren, mag, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, ballenvanghekken, lichtmasten, vlaggenmasten en reclameborden niet meer dan 4 meter bedragen;
2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
3. de hoogte van ballenvanghekken mag niet meer dan 7,5 meter bedragen;
4. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 18 meter bedragen;
5. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 12 meter bedragen;
6. de hoogte van reclameborden mag niet meer dan 1,25 meter bedragen.  
Nadere eisen   12.3   Burgemeester en Wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 meter, nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmeting van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, parkeerhinder, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.

Daarnaast kunnen Burgemeester en Wethouders nadere eisen stellen ten behoeve van gebruik van duurzame (bouw)materialen, onder meer in verband met het tegengaan van gebruik van uitloogbare bouwmaterialen.  
     
Ontheffing van de bouwregels   12.4   Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen
voor:
a. het overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak zoals bepaald in artikel 18.4;
b. het overschrijden van het toegestane oppervlakte aan bijgebouwen zoals bepaald in artikel 18.5;
c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere hoogte zoals bepaald in artikel 18.6;
d. kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen zoals bepaald in artikel 18.10

Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid
wordt de procedure in artikel 20.1 gevolgd.
 
     
Specifieke gebruiksregels   12.5.1   Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:  
  a.   sportdoeleinden  
  b.   tuin en/of groenvoorzieningen;  
  c.   parkeervoorzieningen;  
  d.   opslagdoeleinden, ten behoeve van normaal bij de bestemming van de grond behorend gebruik. Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag van vuurwerk.
 
  12.5.2.   Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:  
  a.   ambachtelijke en/of industriële doeleinden  
  b.   detailhandel en groothandel;  
  c.   horecadoeleinden, anders dan ondergeschikt en voortvloeiend uit het toegestane gebruik;  
  d.   verblijfsrecreatie  
  e.   wonen;  
  f.   opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als verboden gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk.