direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Kern Vaesrade
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.bpKERNVAESRADE-VA07

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1. plan

het bestemmingsplan 'kern Vaesrade' van de gemeente Nuth;


2. bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0951.BPkernvaesrade-VA07;


3. aan- en uitbouw

bouwwerken die in directe verbinding staan met en architectonisch ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw waaraan zij worden gebouwd;


4. aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/ of het bebouwen van deze gronden;


5. aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;


6. aan huis gebonden beroep

een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar functie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;


7. aan huis gebonden bedrijf

het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit ter plaatse, in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend en de desbetreffende bedrijvigheid een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;


8. ambacht(elijke)

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht;


9. archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;


10. bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;


11. bebouwingspercentage

een in de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van een deel van een bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal bebouwd mag worden;


12. bedrijfsactiviteiten

vormen van bedrijf vergelijkbaar met of zoals opgenomen in bijlage 1. bij de regels, overeenkomstig de bijlage uit de brochure Bedrijven en milieuzonering;


13. bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;


14. bedrijfs- en dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de be-stemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;


15. beeldbepalend pand

een te handhaven gebouw of bouwwerk gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse;


16. begane grond

de eerste bouwlaag boven peil;


17. bestaande bebouwing

de als zodanig op de plankaart aangegeven bebouwing,


zoals deze bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven bouwvergunning mag worden gebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;


18. bestaand gebruik

het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat


op het tijdstip dat het plan of betreffende planonderdeel rechtskracht heeft gekregen;


19. bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;


20. bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestem-ming;


21. bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, ver-nieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;


22. bouwgrens

de grens van een bouwvlak;


23. bouwlaag (voor woningen)

een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond, zijnde de eerste bouwlaag en met uitzondering van onderbouw/kelder en zolder;


24. bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij el-kaar behorende bebou-wing is toegelaten;


25. bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel;


26. bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;


27. bouwwerk

elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;


28. buitenmanege

buitenbak voor het trainen en/of africhten van paar-den;


29. bijgebouw (aangebouwd of vrijstaand)

een gebouw dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw;


30. bijgebouwengrens

de grens van een bouwaanduiding 'bijgebouwen';


31. bijgebouwenvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde de regels bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;


32. (eet-)café

een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse al of niet in combinatie met het bereiden en verstrekken van maaltijden. De nadruk ligt echter op het verstrekken van drank;


33. carport/overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met tenminste een dak en niet of slechts aan één zijde voorzien van een wand, bestaande wanden van overige gebouwen niet meegerekend;


34. cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik van de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;


35. detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbie-den, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen resp. huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;


36. detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen:

detailhandel in goederen die naar hun aard zodanig brand- en/of explosiegevaar kunnen opleveren dat uitstalling ten verkoop in een woon-/winkelgebied niet verantwoord is;


37. detailhandel in ter plaatse geproduceerde goederen/productiegebonden de-tailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;


38. dienstverlening

bedrijf of instelling voor het bedrijfsmatig verrichten van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen een kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, uitzendbureau, bank, stomerij, wasserette, apotheek, reisbureau en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf, een horecabedrijf, een centrum voor fysiotherapie of een fitnesscentrum;


39. erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van het gebouw;

40. escortbedrijf

een natuurlijk persoon, groep van personen, en/of rechtspersoon die prostitutie aanbiedt, die uitgeoefend wordt op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of woning;



41. gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;


42. geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan


een geluidzone moet worden vastgesteld;


43. gestapelde woning

een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen en/of wooneenheden bevat;


44. groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit;


45. hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;


46. horeca

een bedrijf of instelling, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of waarin zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd zulks met uitzondering van discotheken, dancings en nachtclubs, gokhallen, coffee- en paddoshops en ero-tisch getinte horeca, waaronder seksinrichtingen;


47. inrichtingen als bedoeld in arti-kel 41 van de Wet geluidhinder


bedrijven en/of inrichtingen welke zijn genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer (Staatsblad 1993, 50);


48. maatschappelijke voorzieningen en doeleinden

doeleinden ten behoeve van educatieve, sociale, religieuze, culturele, sportieve, recreatieve, verzorgende en overheidsfuncties;


49. manege

een, niet-agrarisch, bedrijf dat is gericht op het verzorgen, stallen, dresseren en trainen van pony's en paarden;


50. mantelzorg

het bieden van zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak op vrijwillige basis en buiten een organisatorisch verband aan een ieder die hulpbehoevend is;


51. monumentale waarde

waarden van zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de we-tenschap of hun cultuurhistorische waarde;


52. monumenten

alle rijksmonumenten, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, als-mede terreinen van belang wegens de aanwezigheid daar van voornoemde zaken;


53. onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen;


54. ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde

werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden;


55. onderkomens

voor verblijf geschikte, als dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, pleziervaartuigen, caravans, stacaravans, kampeerauto's als ook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;


56. peil

1. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmid-dellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;


2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij vol-tooiing van de bouw;


3. voor een bouwwerk, op of aan een van nature geaccidenteerd terrein het gemiddelde aanliggende afgewerkte maaiveld;


57. perceel

een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt;



58. POL-uitwerking BOM+

de POL-uitwerking Bouwkavel op Maat plus, gericht op het mogelijk maken van (agrarische) bedrijfsontwikke-lingen en tegelijkertijd winst behalen in de omgevingskwaliteit, vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Limburg d.d. 15 juli 2003 en inwerking getreden d.d. 11 september 2003;



59. prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van sek-suele handelingen met een ander tegen vergoeding;


60. prostitutiebedrijf

een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding uitgeoefend wordt;


61. seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een seks-theater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder ook begrepen een erotische-massagesalon, als dan niet in combinatie met elkaar;


62. stedenbouwkundig beeld

ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aan-sluitende terreinen, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen;


63. straatmeubilair

verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, ver-keersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten;


64. verblijfsgebied

gedeelte van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, met ten minste één verblijfsruimte bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toilet-, bad-, technische of verkeersruimte;


65. verblijfsrecreatieve voorzieningen


het totaal van voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat;


66. verblijfsruimte

ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte, van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, waarin dezelfde kenmerkende activiteiten plaatsvinden;



67. verkoopvloeroppervlakte/bedrijfsvloeroppervlakte


het vloeroppervlak van ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor een winkel en/of bedrijfsactiviteiten;



68. voorgevel

de naar de weg of openbaar toegankelijk gebied toegekeerde gevel van een (hoofd)gebouw;



69. voorgevelrooilijn

de bouwgrens/lijn die is gelegen aan de zijde van de aan de weg gelegen perceelsgrens, die behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden;


ter verduidelijking:


onder bouwgrens valt zowel de grens van een bouwvlak als de grens van een vlak met de bouwaanduiding 'bijgebouwen';


70. weg

een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden, bermen en/of zijkanten;


71. woning/wooneenheid

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van een huishouden;


hiervan is ook sprake bij een kamerverhuurbedrijf, waarbij de kamers afzonderlijke wooneenheden vormen, indien daarbij centrale voorzieningen aanwezig zijn, zoals een keuken, een douche en andere centrale voorzieningen;



72. zaalaccommodatie

het bieden van ruimte en voorzieningen voor congres-sen, feesten en dergelijke, zulks met uitsluiting van detailhandel en/of van 'vliegende' winkels, ingericht voor tijdelijke verkoop;


73. zolder

ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.