direct naar inhoud van Artikel 30 Algemene aanduidingsregels
Plan: BP Kleine kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.BPkleinekernen-VA08

Artikel 30 Algemene aanduidingsregels

30.1 vrijwaringszone - weg
30.1.1

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringzone – weg', mag op de gronden gelegen binnen deze zone, ongeacht de onderliggende bestemming, geen bebouwing worden opgericht anders dan ten behoeve van de bestemming Verkeer.

30.1.2

Burgemeester en wethouders kunnen, gehoord Rijkswaterstaat, ontheffing verlenen van het bepaalde in 30.1.1. voor het oprichten van bebouwing op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' zoals bepaald in de onderliggende bestemming, mits:

  • a. dit toekomstige infrastructurele uitbreidingen niet onmogelijk maakt;
  • b. dit niet leidt tot uit milieuhygiënisch en/of veiligheidsoogpunt onaanvaardbare situaties.
30.2 veiligheidszone - leiding 1

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-leiding 1' mogen geen nieuwe kwetsbare objecten gerealiseerd worden (zie voor kwetsbare objecten bijlage 4 bij de planregels)..

30.3 veiligheidszone - leiding 2

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-leiding 2' leidt de aanwezigheid van de leiding tot inachtname van een aandachtsgebied voor groepsrisico. Binnen deze veiligheidszone geldt een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico die een berekening omvat (zie bijlage 3 bij de planregels).

30.4 veiligheidszone - lpg 1

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg 1' mogen geen kwetsbare objecten aanwezig zijn dan wel opgericht worden. Voor beperkt kwetsbare objecten kan een (bestuurlijke) afweging worden gemaakt op grond waarvan deze dan wel binnen de aanduiding aanwezig mogen zijn (zie voor beperkt kwetsbare objecten bijlage 4 bij de planregels).

30.5 veiligheidszone - lpg 2

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg 2' leidt de aanwezigheid van een lpg-tankstation tot inachtname van een aandachtsgebied voor groepsrisico. Binnen dit gedeelte van het plangebied wordt géén bouw of vestiging van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten voorzien en daarnaast wordt door de hoogte van het groepsrisico de oriënterende waarde niet overschreden. Hierdoor bestaat er vanuit het groepsrisico geen belemmering voor de ruimtelijke besluitvorming(zie voor kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten bijlage 4 bij de planregels).

30.6 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen I' leidt de aanwezigheid van transportassen tot inachtname van een aandachtsgebied voor groepsrisico. Binnen deze veiligheidszone (200 m-zone uit deze transportassen) geldt een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico die een berekening omvat (zie bijlage 3 bij de planregels).

30.7 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen II' leidt de aanwezigheid van transportassen tot inachtname van een aandachtsgebied voor groepsrisico. Binnen deze veiligheidszone (buiten de 200 m-zone uit de transportassen) geldt een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico die uitsluitend de beschouwing en verantwoording van de gevolgen van het voorgenomen besluit voor de mogelijkheden van rampbestrijding en de zelfredzaamheid van de mensen omvat (contact opnemen met brandweer).

30.8 vrijwaringszone - straalpad

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – straalpad' mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van meer dan 20 m. boven peil.

30.9 vrijwaringszone - molenbiotoop
30.9.1

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' mogen geen bouwwerken worden opgericht die de windvang van de molen in onevenredige mate aantasten. Uitgangspunt hierbij is dat de optimale windvang tot maximaal 5% mag worden beperkt. Voor de bepaling van de hierbij toegestane bouwhoogten worden de formules uit bijlage 5 van de regels gehanteerd alsmede de afwijkingen zoals opgenomen in bijlage 5.

30.9.2

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het oprichten van bebouwing tot een grotere hoogte dan bepaald in dat artikel, mits vooraf de beherende instantie of vergelijkbaar om advies is gevraagd.

30.10 wro-zone - wijzigingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied' is het mogelijk de onderliggende bestemming te wijzigen zodat ter plaatse woningbouw is toegestaan, mits:

  • a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. de woningbouw past binnen de provinciale en gemeentelijke woonvisie;
  • c. de totstandkoming van een aanvaardbaar woonmilieu gegarandeerd kan worden;
  • d. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
  • e. aangrenzende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en belangen, dan wel functies niet onevenredig worden aangetast of in hun mogelijkheden beperkt
  • f. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • g. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
  • h. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen.
30.11 wro-zone - wijzigingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 2' is het mogelijk de onderliggende bestemming te wijzigen zodat ter plaatse de uitoefening van bedrijfsactiviteiten is toegestaan, mits:

  • a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. de noodzaak van de uitbreiding van bedrijfsactiviteiten is aangetoond;
  • c. een aanvaardbaar woonmilieu voor de woningen in de omgeving gegarandeerd kan blijven;
  • d. aangrenzende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en belangen, dan wel functies niet onevenredig worden aangetast of in hun mogelijkheden beperkt
  • e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
  • g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken.