28.1.2 Afwegingskader
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 28.1.1 a, b en c genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
-
a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
-
b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
-
c. de mate waarin de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische-, de waterhuishoudkundige-, de archeologische-, de ecologische-, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond.
-
d. voor zover het betreft de wijziging in 28.1.1 onder c geldt behalve het bepaalde onder a tot en met c van dit lid bovendien dat:
-
1. de inrichting van de gronden tot natuur geen onevenredige belemmering vormt voor het agrarisch gebruik van de belendende agrarische percelen;
-
2. uit een ingesteld bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
-
3. de voorschriften van artikel 8 van toepassing worden verklaard;
-
4. burgemeester en wethouders kunnen bovendien aan artikel 5.7.2., 6.7.2., 7.7.2., 8.7.2. en 18.5 een regel toevoegen inhoudende dat de werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van het integraal inrichtingplan Sarsven en de Banen niet aanlegvergunningplichtig zijn.