Natuurgebieden

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': activiteiten voor de ontspanning en vorming van de jeugd, waaronder begrepen het kamperen/bivakkeren van groepen met sociale, culturele en/of educatieve doeleinden;
• b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen': het behoud en herstel van een cultuurhistorisch waardevolle watermolen, alsmede educatieve doeleinden verbandhoudend met de watermolen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemeen

Er mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht.

8.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen'

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - watermolen' mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van het behoud en/of herstel van de watermolen en de inrichting daarvan voor educatieve doeleinden, met dien verstande ten aanzien van de maatvoering geldt dat de bestaande oppervlakte, goothoogte en bouwhoogte als maximale oppervlakte, goothoogte en bouwhoogte gelden.

8.2.3 Regels ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven'

Ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' gelden de volgende regels:

• a. er mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
• b. het bebouwingspercentage per bestemmingsvlak mag niet meer dan 15% mag bedragen;
• c. de goothoogte mag niet meer dan 4,00 meter bedragen;
• d. de bouwhoogte mag niet meer dan 6,00 meter bedragen;
• e. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 5,00 meter te bedragen;
• f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer dan 5,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,00 meter mag bedragen en dat bouwwerken, geen gebouw zijnde voor het overige naar aard en afmeting bij de bestemming dienen te passen.

8.3 Specifieke gebruiksregels

8.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor en/of als:

• a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens, behoudens voor zover toegestaan op basis van artikel 8.1 onder a;
• b. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
• c. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
• d. detailhandel en/of groothandel;
• e. horecadoeleinden;
• f. permanente en/of tijdelijke bewoning;
• g. opslagdoeleinden, anders dan verbandhoudend met de ontspanning en vorming van de jeugd.