direct naar inhoud van Artikel 10 Tuin
Plan: De Bisselt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0944.BP10018BISBST-VA01

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin;
  • b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen natuurlijke en/of ecologische en/of cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - werkschuur', een werkschuur;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'relatie' behoren de aangeduide (gedeelten van) percelen tot tuin van hetzelfde perceel.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - werkschuur' niet meer mag bedragen dan 4,5 meter;
  • c. de minimale afstand tot de voorgevelrooilijn van de woning bedraagt 1 meter;
  • d. de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 80 m2, waarbij voor het bepalen van deze maximale oppervlakte de bijbehorende bouwwerken genoemd in 12.2.2worden meegerekend;
  • e. als ter plaatse de aanduiding 'maximum oppervlakte bijgebouwen' is opgenomen mag de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, in afwijking van de toegestane maximale oppervlakte in d, niet meer bedragen dan door middel van de aanduiding is aangegeven;
  • f. als ter plaatse de aanduiding 'bijgebouwen' is opgenomen, mogen de bijbehorende bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden opgericht.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter.
  • c. de maximale oppervlakte bedraagt 5 m2.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. als staan- of ligplaats van onderkomens;
  • b. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • c. kampeer- of caravanterreinen, dagcampings en buitenmaneges;
  • d. het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegsport; voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen; voor het racen of crossen met motorrijtuigen en bromfietsen;
  • e. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • f. detailhandel en groothandel;
  • g. horecadoeleinden;
  • h. permanente en/of tijdelijke bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Tuin zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
  • b. het verbreden, uitdiepen of anderszins veranderen van waterlopen en het graven en/of verleggen van waterlopen of waterpartijen;
  • c. het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas tengevolge kunnen hebben;
  • d. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.

10.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 10.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. van ondergeschikte betekenis zijn;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;

10.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen blijvende onevenredige aantasting van de natuurlijke en/of ecologische en/of cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden van de gronden ontstaat of kan ontstaan en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.