direct naar inhoud van Artikel 27 Leiding
Plan: Buitengebied Margraten 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0936.BPLBUI01000-VG01

Artikel 27 Leiding

27.1 Bestemmingsomschrijving

27.1.1 De voor 'leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen voor gastransport, gasvoeding, rioolwatertransport, watertransport en brandstoftransport, overeenkomstig de aanduiding van de hartlijnen van de desbetreffende leidingen.

27.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 46.

27.2 Bouwregels

Op de tot 'leiding' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • bouwwerken van geringe omvang ten dienste van of ter instandhouding van de betreffende leiding,

met dien verstande dat:

  • a. de hoogte ten hoogste 3.50 m mag bedragen.

27.3 Ontheffing van de bouwregels

27.3.1 Ontheffing andere bebouwing

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het oprichten van andere bebouwing, mits:

  • het belang van de leiding, gehoord de leidingbeheerder, niet onevenredig wordt aangetast;
  • dit geen gevaar oplevert voor de leiding of aan het functioneren van de leiding geen afbreuk doet en/of door het aan de ontheffing verbinden van voorwaarden een en ander kan worden voorkomen
  • bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.

27.3.2 Procedure ontheffing

Burgemeester en Wethouders volgen bij het verlenen van ontheffing de in artikel 44 gegeven procedure.

27.4 Specifieke gebruiksregels

27.4.1 Gebruiksregels van de grond

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40 wordt tenminste verstaan het gebruik van de grond voor en/of op:

  • a. een wijze die gevaar kan opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding afbreuk doet;
  • b. het uitvoeren van ontgrondingen, dan wel het anderszins wijzigen van het bodemniveau;
  • c. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanbrengen en/of rooien van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting;
  • e. het verrichten van grondroeractiviteiten, anders dan normaal spit- en ploegwerk, en het diepploegen;
  • f. het verrichten van grondophogingen;
  • g. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • h. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • i. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • j. het heien of anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem.

27.4.2 Gebruiksregels en normaal onderhoud

De in 27.4.1 genoemde verbodsbepalingen gelden niet voor werken en werkzaamheden, die plaats vinden in het kader van normaal onderhoud.

27.5 Ontheffing van de gebruiksregels

27.5.1 Ontheffing verboden gebruik

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het toestaan van het in 27.4.1 vermelde verboden gebruik, mits:

  • het belang van de leiding, gehoord de leidingbeheerder, niet onevenredig wordt aangetast;
  • deze geen gevaar opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding geen afbreuk doen en/of door het aan de ontheffing verbinden van voorwaarden een en ander kan worden voorkomen.

27.5.2 Procedure ontheffing

Burgemeester en Wethouders volgen bij het verlenen van ontheffing de in artikel 44 gegeven procedure.