direct naar inhoud van Artikel 26 Wonen-Woonwagenstandplaats
Plan: Buitengebied Margraten 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0936.BPLBUI01000-VG01

Artikel 26 Wonen-Woonwagenstandplaats

26.1 Bestemmingsomschrijving

26.1.1 De voor 'wonen-woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, in woonwagens,

en de daarbij behorende voorzieningen.

26.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 46.

26.2 Bouwregels

Op de tot 'wonen-woonwagenstandplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • woonwagenstandplaatsen ten behoeve van woonwagens,

en de daarbij behorende bijgebouwen en andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:

  • a. ten hoogste het aangeduide 'maximum aantal wooneenheden' is toegestaan;
  • b. het oppervlak per woonwagenstandplaats ten hoogste 200 m² mag bedragen;
  • c. bijgebouwen en andere bouwwerken uitsluitend mogen worden gebouwd op de woonwagenstandplaatsen en woonwagens uitsluitend mogen worden geplaatst op de woonwagenstandplaatsen;
  • d. een woonwagenstandplaats voor ten hoogste 60% mag worden bebouwd, met inbegrip van de geplaatste woonwagen;
  • e. de goothoogte van woonwagens en bijgebouwen ten hoogste 3.50 m mag bedragen;
  • f. woonwagens en gebouwen plat of met een kap van ten hoogste 60° mogen worden afgedekt;
  • g. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 3.00 m mag bedragen. met uitzondering van de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen.
26.3 Nadere eisen

26.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • de situering van bouwwerken en woonwagens.

26.3.2 De onder 26.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid en van het uitzicht en de privacy van derden, of,
  • in verband met eisen van duurzaam bouwen.
26.4 Specifieke gebruiksregels

26.4.1 Gebruiksregels van de grond

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40 wordt tenminste verstaan het gebruik van de grond voor en/of als:

  • a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen, met uitzondering van één woonwagen per woonwagenstandplaats;
  • b. sport- en wedstrijdterrein, parkeerterrein, buitenmanege of lig- en speelweide, met uitzondering van ten hoogste 2 parkeerplaatsen per woonwagenstandplaats;
  • c. het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (bom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • d. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
  • e. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • f. opslag, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.

26.4.2 Gebruiksregels van opstallen

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40 wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:

  • a. woondoeleinden in vrijstaande bijgebouwen;
  • b. detailhandel, anders dan inherent en van ondergeschikte betekenis aan het toegelaten gebruik;
  • c. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • d. recreatieve en/of horecadoeleinden;
  • e. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.