Artikel 17 Natuur
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.1.1 De voor 'natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden,
-
b. bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast, waaronder begrepen de aanleg van onder- en bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water;
-
c. bestaand agrarisch gebruik,
met daaraan ondergeschikt:
-
d. extensief recreatief medegebruik;
-
e. kampeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
-
f. wandel-, ruiter-, fiets-, wielren- en mountainbike-evenementen op bestaande wegen/paden waarbij de bepalingen in artikel 42.3 in acht worden genomen.
17.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 46.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen
Op de tot 'natuur' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
17.2.2 Voorzieningen waterputten
Het onder 17.2.1 bepaalde geldt niet voor het oprichten van voorzieningen, zoals in de vorm van hekwerken, ter bescherming van waterputten in waterwingebied.
17.2.3 Bestaande bebouwing
Het onder 17.2.1 bepaalde geldt niet voor bestaande, in het verleden op legale wijze tot stand gekomen bebouwing, welke in de bestaande situering, vorm en omvang mag worden gehandhaafd.
17.2.4 Artikel 3.22 Wro
De toepassing van artikel 3.22 van de Wro is uitgesloten.
17.3 Ontheffing van de bouwregels
17.3.1 Ontheffing voor andere bouwwerken voor natuurbeheer en extensief recreatief medegebruik
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het oprichten van bouwwerken noodzakelijk met het oog op natuurbeheer, zoals een wildhut, observatiepost, voederberging of voederruif, en andere bouwwerken ter ondersteuning van het extensief recreatief medegebruik, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad,
met dien verstande, dat:
-
a. de hoogte ten hoogste 4.00 m mag bedragen.
17.3.2 Ontheffing voor een brandtoren
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het oprichten van een brandtoren, noodzakelijk uit een oogpunt van brandpreventie of brandbestrijding,
met dien verstande, dat:
-
a. de hoogte ten hoogste 25.00 m mag bedragen.
17.3.3 Ontheffing voor voorzieningen voor opvang en buffering van water
Burgemeester en Wethouders kunnen, gehoord de desbetreffende natuur beherende instantie, ontheffing verlenen ten behoeve van de aanleg van onder- en/of bovengrondse voorzieningen ten behoeve van de opvang en buffering van water.
17.3.4 Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het verlenen van ontheffing de in artikel 44 gegeven procedure.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40 wordt tenminste verstaan het gebruik van de grond voor en/of als:
-
a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', waar gedurende het kampeerseizoen tenten en vouwwagens zijn toegestaan;
-
b. sport- en wedstrijdterrein, buitenmanege of ligplaats en speelweide;
-
c. het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
-
d. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
-
e. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
-
f. het winnen van bosstrooisel en mos;
-
g. militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
-
h. terrein voor het aanbrengen, het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen, behoudens het bepaalde in artikel 7 van de Grondwet;
-
i. het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen, waaronder begrepen boogkassen en regenkappen, en hagelnetten;
-
j. voor het opslaan van mest(stoffen), waaronder het opslaan van mest in mestzakken;
-
k. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
17.5 Ontheffing van de gebruiksregels
17.5.1 Ontheffing voor militaire oefeningen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het houden van militaire oefeningen, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
17.5.2 Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het verlenen van ontheffing de in artikel 44 gegeven procedure.
17.6 Aanlegvergunning
17.6.1 Het is verboden op of in de tot 'natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
-
c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
d. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
-
e. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de delfstoffenwinning;
-
f. het geheel of gedeeltelijk aanleggen van oeverbeschoeiingen en graven, aanleggen en/of dempen van waterlopen;
-
g. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van graften, bosstroken en/of grasbanen;
-
h. het scheuren van grasland;
-
i. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden.
17.6.2 Het in 17.6.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
-
a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
-
b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
-
c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
-
d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
17.6.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld in 17.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 17.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de eerst bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
17.6.4 Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de in artikel 44 gegeven procedure.
17.7 Wijzigingsbevoegdheid
17.7.1 Wijziging in de (dubbel)bestemming 'water' en 'waterstaat-waterlopen'
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de (dubbel)bestemming 'water' en 'waterstaat-waterlopen', gehoord het waterschap en gehoord de desbetreffende natuur beherende instantie, ten behoeve van het aanleggen van watergangen, waaronder regenwaterbuffers, en het herinrichten van bestaande watergangen, mits:
- de noodzaak daartoe in het kader van een adequaat waterhuishoudkundig beheer is aangetoond;
- natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
- uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
- de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
- de ruimtelijke inpassing in het landschap verzekerd is;
- het herinrichten plaatsvindt binnen een zone met een breedte van 5 m rondom de bestaande loop van de watergang,
met dien verstande, dat:
-
a. bij de wijziging wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 23 en 36 van deze regels.
17.7.2 Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de in artikel 44 gegeven procedure.