direct naar inhoud van Artikel 11 Groen
Plan: Buitengebied Margraten 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0936.BPLBUI01000-VG01

Artikel 11 Groen

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.1.1 De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, zoals trapvelden, speelplaatsen, plantsoenen, waterpartijen met de daarbij behorende voet- en fietspaden en andere voorzieningen;
  • b. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen de aanleg van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water;
  • c. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.

11.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 46.

11.2 Bouwregels

Op de tot 'groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken:

  • noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • behorende tot de recreatieve voorziening, zoals recreatieve bewegwijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten;
  • behorende tot het straatmeubilair;
  • ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water,

met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 4.00 m mag bedragen, met uitzondering van:
  • de hoogte van erfafscheidingen, die ten hoogste 2.50 m mag bedragen;
  • de hoogte van voorzieningen voor verlichting, die ten hoogste 10.00 m mag bedragen.
11.3 Ontheffing van de bouwregels

11.3.1 Ontheffing zend-/ontvangstinstallaties

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het plaatsen van zend-/ontvangsinstallaties ten behoeve van telecommunicatie en alarmering, mits:

  • de installatie past binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
  • andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad,

met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van een mast behorende tot de installatie ten hoogste 40,00 m mag bedragen.

11.3.2 Ontheffing kunstwerken, voorwerpen betreffende de beeldende kunsten,speelvoorzieningen

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het oprichten van kunstwerken, voorwerpen betreffende de beeldende kunsten, speelvoorzieningen en dergelijke, mits:

  • deze qua aard en omvang in de omgeving passen;
  • bij speelvoorzieningen de bodem, blijkens bodemonderzoek vooraf, niet zodanig verontreinigd is, dat bezwaren bestaan tegen de realisering ervan,

met dien verstande dat:

  • a. de hoogte van deze bouwwerken ten hoogste 6.00 m mag bedragen.

11.3.3 Procedure ontheffing

Burgemeester en Wethouders volgen bij het verlenen van ontheffing de in artikel 44 gegeven procedure.