Plan: | Bestemmingsplan Sphinx |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0935.bpSphinx-oh01 |
a. Uitsluitend op de verdiepingen:
- wonen;
Uitsluitend op de begane grondlaag, de eerste verdieping alsmede de kelderverdiepingen aansluitend bij de parkeergarages:
- detailhandel met een totale maximale oppervlakte van 30.000 m2 w.v.o., met dien verstande dat de inpandige ruimte voor laden en lossen niet hoeft te worden meegerekend. De invulling van de detailhandel dient te gebeuren conform de Detailhandelsnota 2008 zoals door de raad van de gemeente Maastricht is vastgesteld op 16 september 2008;
- kantoren;
- horeca, met uitzondering van discotheken, gokhallen, nachtclubs en seksinrichtingen;
- dienstverlening;
- maatschappelijke voorzieningen;
- cultuur en ontspanning;
b. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' voor een onderdoorgang;
c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' voor een ontsluitingsweg in de vorm van een woonstraat met een minimale breedte van 5 meter;
d. aan huis verbonden beroepen;
e. tuinen en erven;
f. wegen, paden;
g. (ondergrondse) parkeervoorzieningen in maximaal 3 ondergrondse bouwlagen;
h. nutsvoorzieningen;
i. groenvoorzieningen, waaronder speelvoorzieningen;
j. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
k. openbare verblijfsruimten;
met de daarbij behorende
l. gebouwen;
m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, waaronder woningen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede ondergrondse gebouwen, gelden de volgende bepalingen:
a.Op en in de tot 'Centrum' bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht die in overeenstemming zijn met het bepaalde in dit artikel.
b.Het bebouwingspercentage per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan het maximale bebouwingspercentage dat is aangegeven.
c.De maximale bouwhoogte in meters per bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan het maximale aantal dat is aangegeven.
d.Het bepaalde in artikel 11.6. dient in acht te worden genomen.
Voor het bouwen van woningen geldt de volgende bepaling:
a. De inhoud van de woning dient minimaal 250 m3 en mag maximaal 900 m3 bedragen.
Voor het bouwen van bijgebouwen bij woningen en overige functies geldt de volgende bepaling:
a. De bijgebouwenregeling als opgenomen in artikel 6 onder 6.2.2. is van overeenkomstige toepassing.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nuts- en verkeersvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
a. De oppervlakte per gebouw mag niet meer dan 15 m2 bedragen.
b. De bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van een hoofdgebouw ten hoogste 1 meter mag bedragen.
b. De hoogte van kunstobjecten, palen en masten mag niet meer dan 8 meter bedragen.
c. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. ondergrondse gebouwen mogen in maximaal 3 bouwlagen worden gerealiseerd;
b. één ondergrondse bouwlaag mag ten behoeve van commerciële functies een maximale hoogte hebben van 4,50 m.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen:
a. Van het bepaalde in 3.1 sub a, ten behoeve van woondoeleinden op de begane grond, mits,
(1) de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
(2) geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
(3) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder belangen van derden en die van aangrenzende percelen;
b. Van het bepaalde in 3.1 sub a, ten behoeve van het toestaan van commerciële functies (kantoren, horeca, maatschappelijke doeleinden, cultuur en ontspanning, dienstverlening) op verdiepingen, mits
(1) de parkeerbalans in de directe woonomgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
(2) geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
(3) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder belangen van derden en die van aangrenzende percelen.
c. Van het bepaalde in 3.2.5. sub a om de maximale hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van een hoofdgebouw te verhogen.
a. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.