direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Bestemmingsplan Sphinx
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpSphinx-oh01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Aan- en/of uitbouw

een aan een hoofdgebouw vastgebouwd bouwwerk, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar dat in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw. Voor de toepassing van deze regels wordt een aan- en/of uitbouw gelijkgesteld met een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw.

1.2 Aan huis verbonden beroep

de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied (waaronder in ieder geval kinderopvang wordt verstaan) dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woon-functie kan worden uitgeoefend en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Deze functie kan alleen worden uitgeoefend door de feitelijke bewoner(s) van het pand. Hieronder vallen niet de uitoefening van publiekverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, detailhandel alsmede seks- en/of pornobedrijf.

1.3 Aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 Aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 Aangebouwd bijgebouw

een bijgebouw, dat op enigerlei wijze aan het hoofdgebouw is aangebouwd door het verankeren van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door het gebruik maken van dezelfde constructiemu(u)r(en).

1.6 Archeologische zone

gebied met bepaalde archeologische waarde, aangeduid als zone A (binnen de eerste stadsmuur, B (tussen de eerste en tweede stadsmuur alsmede historische dorpskernen) of C (buiten de tweede stadsmuur), waarbinnen respectievelijk verschillende ondergrenzen voor archeologisch onderzoek gelden, als omschreven in de beleidsnota "Springlevend Verleden Maastricht 2008" alsmede in deze regels.

1.7 Atelier

werkplaats van een beeldend kunstenaar, waarbij detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde producten is toegestaan.

1.8 Bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.9 Bebouwingspercentage

een op de verbeelding en/of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.10 Beeldondersteunende of kenmerkende bebouwing

betreft cultuurhistorisch of architectonisch waardevolle bebouwing, waarvan alleen de onderdelen, die vanaf de semi-publieke ruimte zichtbaar zijn, beschermd worden via de bestemming Waarde - Maastrichts erfgoed.

1.11 Begane grond

een bouwlaag geen verdieping zijnde.

1.12 Bekende archeologische vindplaats

alle bij de gemeente bekende en geregistreerde archeologische vindplaatsen, waaronder ook de archeologische monumenten.

1.13 Beperkt kwetsbaar object

object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

1.14 Cultuurschets Belvedere

de van het bestemmingsplan deel uitmakende kaart (verbeelding B), behorende bij de bestemming Waarde - Maastrichts erfgoed, (artikel 9 van de regels), waarop het te beschermen cultureel erfgoed is aangegeven.

1.15 Bestaande situatie

bij bouwwerken: aanwezig c.q. in aanbouw op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij in de regels anders is bepaald.


Bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het desbetreffende gebruiksverbod, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.16 Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.17 Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.18 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO met de bijbehorende regels.

1.19 Bijgebouw

een gebouw behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw. Voor de toepassing van deze regels wordt een aan- of uitbouw aangemerkt als een bijgebouw

1.20 Bodemverstoring

alle effecten die het gevolg zijn van veranderingen van en of aan de fysische bodemkarakteristieken, lager dan 0,40 meter onder maaiveld.

1.21 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, ver-nieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.22 Bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en zolder, en met een maximale hoogte van 3,5 meter voor woningen en andere gebouwen.

1.23 Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waar ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.24 Bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.25 Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.26 Cultuur erfgoed

alle materiele getuigenissen uit het verleden die de samen-leving van belang vindt om te conserveren, te onderzoeken, te presenteren en over te informeren.

1.27 Cultuur en ontspanning

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning waaronder:


ateliers, en/of

attractieparken, en/of

bioscopen, en/of

bowlingbanen, en/of

casino's, en/of

creativiteitscentra, en/of

dansscholen, en/of

dierentuinen, en/of

evenemententerreinen, en/of

kinderboerderijen, en/of

musea, en/of

muziekscholen, en/of

muziektheaters, en/of

sauna, en/of

speeltuinen, en/of

theater, en/of

welness,

met inbegrip van ondergeschikte detailhandel, horeca en kantoren ten dienste van deze voorzieningen.

De functies seks- en pornobedrijf en straatprostitutie vallen niet onder dit begrip.


1.28 Cultuurhistorische waarden

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder worden mede begrepen galeries en publiekaantrekkende dienstverlening. Smart-, head- en growshops zijn uitgezonderd.

1.29 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.30 Dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé.

1.31 Discotheek/dancing

nachtgelegenheid, waar dranken en soms maaltijden worden verstrekt en waar men de mogelijkheid heeft om te dansen. Er dient een dansvloer aanwezig te zijn van minimaal 10 m2. Hieronder valt tevens een nachtclub.

1.32 Dominant bouwwerk

Bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarden, welke als zodanig op de bestemmingsplankaart is aangegeven en waarvan zowel het interieur als het exterieur van het gebouw/bouwwerk bescherming geniet ingevolge de bestemming Waarde - Maastrichts erfgoed.

1.33 Externe veiligheid

de kans om buiten een inrichting te overlijden als recht-streeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrich-ting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

1.34 Galerie

tentoonstellings- en verkoopruimte voor kunst.

1.35 Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.36 Geluidhinder veroorzakende inrichtingen

inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken en worden aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb. 1993, 50).

1.37 Gevelafwerking

de kleurlagen op de gevel, het metsel- en voegwerk, de textuur en het patin.

1.38 Historisch relict

objecten en structuren van vóór 1830, zoals kastelen, historische landhuizen, molens, kloosters, hoeves, vestingwerken.

1.39 Hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.40 Horecabedrijf

een bedrijf of instelling, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:


· het verstrekken van nachtverblijf;

· het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor consumptie (al dan niet ter plaatse);

· het exploiteren van zaalaccommodatie.

1.41 Interieur

de binnenkant van een gebouw/bouwwerk, daaronder be-grepen de zaken die door bestanddeelvorming en/of een hechte verbinding met het gebouw/bouwwerk, een onroe-rend karakter hebben.

1.42 Kantoor

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel han-delingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek.

1.43 Kenmerkend bouwwerk

bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarde, welke als zodanig op analoge verbeelding B is aangegeven en waarvan slechts die onderdelen zoals omschreven in het als bijlage toegevoegde rapport "Maastricht, cultuurhistorisch en archeologisch bureauonderzoek Sphinxterrein", bescherming genieten ingevolge de bestemming Waarde - Maastrichts Erfgoed.

Horeca, categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.

Horeca, categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszakenlunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.

Horeca, categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen.

Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.

Horeca, categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren.

Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning).

Horeca, categorie 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf.

Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.

1.44 Kunstwerk

uiting van kunst waarbij gevoelens en emoties in een werk tot uitdrukking zijn gebracht.

Horeca, categorie 1 "lichte horeca"

horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Aan de detailhandel verwante horeca, zoals:

  • automatiek
  • broodjeszaak
  • cafetaria
  • croissanterie
  • koffiebar
  • lunchroom
  • ijssalon
  • snackbar
  • tearoom
  • traiteur

1b. Overige lichte horeca, zoals:

  • bistro
  • restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice)
  • hotel

1c. Horecabedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, zoals:

  • horecabedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;
  • restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, drive-in restaurant).

Horeca, categorie 2 "middelzware horeca"

horecabedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals:

  • bierhuis
  • biljartcentrum
  • café
  • proeflokaal
  • shoarma/grillroom
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

Horeca, categorie 3 "zware horeca"

horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, zoals:

  • dancing
  • discotheek
  • nachtclub
  • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

1.45 Kwetsbare objecten
  • a. object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).

1.46 Maastrichts erfgoed

onroerend cultureel erfgoed dat gelegen is binnen de contour met de dubbelbestemming Waarde - 'Maastrichts erfgoed' op de verbeelding en dat onder de bescherming valt van de gemeentelijke monumentenverordening cq. waarvan de gronden en opstallen zijn aangewezen op de analoge verbeelding B.

1.47 Maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van onderwijs, openbaar bestuur, religieuze functies, overdekte sport- en spelaccommodaties, medisch-sociale functies, ouderenzorg, kinderopvang en maatschappelijke functies, met inbegrip van ondergeschikte detailhandel, horeca en kantoren ten dienste van deze voorzieningen.

1.48 Mantelzorg

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.49 Nok

het hoogste gedeelte van een dak met hellende vlakken, te weten waar beide hellende vlakken elkander snijden.

1.50 Onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat niet als bouwlaag wordt aangemerkt en maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen, tenzij in de regels een andere maat is aangegeven.

1.51 Ondergronds bouwwerk

een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op minimaal 1,75 meter onder peil.

1.52 Peil

  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;


1.53 Plan

het bestemmingsplan "Sphinx" van de gemeente Maastricht.

1.54 Publieksaantrekkende dienstverlening

een met detailhandel vergelijkbare functie voor het verrichten van diensten van of ten behoeve van het publiek, zoals een uitzendbureau, bank, stomerij, wasserette, apotheek, postkantoor, reisbureau, schoonheidsinstituut, fotostudio en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrich-tingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seks- en/of pornobedrijf.

1.55 Publieksverzorgende ambachtelijke bedrijvigheid

het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, zoals kapper, schoenmaker of goudsmid, (in tegenstelling tot het aan huis verbonden beroep), gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen worden uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd. In geval sprake is van uitoefening in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan deze functie alleen worden uitgeoefend door de feitelijke bewoner(s) van het pand. Ondergeschikte detailhandel in producten samenhangend met de ter plaatse uitgeoefende ambachtelijke bedrijvigheid dan wel in ter plaatse vervaardigde goederen is toegestaan.

1.56 Rijksmonument en rijksbeschermd gezicht

monumenten en gezichten die onder de bescherming vallen van de Monumentenwet 1988 en waarop dus het daarin vastgelegde vergunningenstelsel van toepassing is.

1.57 Seks- en/of pornobedrijf

een voor het publiek toegankelijk gebouw of een gedeelte van een gebouw, in welk gebouw of welk gedeelte, handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden.


Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Ook een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen.


Seks- en/of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.


1.58 Straatprostitutie

het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimten bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Straatprostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.

1.59 Verbeelding

de digitale en analoge verbeelding (bestaande uit kaart A en B) met nr. 211x1308-PK1 waarop de bestemmingen van de in het plan "Sphinx" begrepen gronden zijn aangewezen.

1.60 Verblijfsruimte

een ruimte binnen een woning waarin één of meerdere personen normaliter gedurende een langere tijd verblijft, zoals een woonkamer of slaapkamer;

1.61 Waardevolle cultuurhistorische elementen

objecten en bouwwerken, niet zijnde gebouwen, met cultuurhistorische waarde, welke als zodanig op de analoge verbeelding B zijn aangegeven en bescherming genieten ingevolge de bestemming Waarde - Maastrichts erfgoed.

1.62 Weg

een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

1.63 Woning

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

1.64 W.v.o.( winkelvloeroppervlak)

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, inclusief etalageruimte(n), bestemd en gebruikt voor het verkopen en leveren van roerende goederen, welke niet ter plaatse worden geconsumeerd of gebruikt. Het betreft hier het netto vloeroppervlak.

1.65 Zolder

ruimte(n) in een gebouw die valt onder de dakenstructuur zoals bepaald in het beeldkwaliteitplan. Betreffende ruimte(n) maakt (maken) in functioneel opzicht deel uit van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.