Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient te worden nagegaan of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat aanwezige bodemverontreinigingen geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem en dat de bodemkwaliteit niet verslechtert door grondverzet.
Milieutechnisch en Verkennend bodemonderzoek Recessenplein (ong.) te Maastricht, BKK Bodemadvies bv, rapportnummer 11041.BKK, 7 juni 2011
Door BKK Bodemadvies bv is een milieutechnisch en verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling van het Recessenpark. Onderhavig plan vormt een deelgebied van de totale ontwikkeling van het Recessenpark. Op basis van het uitgevoerde vooronderzoek kan geconcludeerd worden dat er geen bodemverontreinigingen nals gevolg van bodembedreigende (bedrijfs)activiteiten worden verwacht. Er zijn binnen het plangebied geen verdachte locaties aangetroffen.
Als gevolg van de aanwezigheid van relatief grote hoeveelheden asfalt en funderingsresten is voor wat betreft de uitvoering van het onderzoek gebruik gemaakt van meerdere strategieën. De conclusies van het onderzoek laten zich als volt weergeven:
- asfalt: op basis van de analyseresultaten en de PAK-marker kan worden geconcludeerd dat de toplaag van het asfalt teerhoudend van samenstelling is. Het totale teerhoudend asfalt betreft 151 ton;
- funderingslaag: onder de asfaltverhardingen ter plaatse van enkele boringen is een stolhoudend pakket met silexbijmengingen aangetroffen. Bij vergelijking van de analyseresultaten van de organische parameters met de maximale waarden voor bouwstoffen blijkt dat er geen overschrijdingen voor PAK en minerale olie ten opzichte van de maximale waarden voor bouwstoffen zijn aangetoond. De fundering komt voor hergebruik in aanmerking;
- asbest:
- asfaltwegen: in het funderingsmateriaal en in de onderliggende bodem zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen;
- overige terrein: op het maaiveld aangetroffen verdachte asbestplaatjes zijn van het maaiveld genomen. De analyseresultaten hiervan geven aan dat in de bovengrond geen asbest aanwezig is. Ook in de ondergrond alsmede in de puinmengmonsters is geen asbest aangetroffen;
- overig terrein: de bovengrond ter plaatse van het Recessenpark is licht verontreinigd met cadmium, kwik, lood en zink. De maximale waarden wonen en de lokale maximale waarden worden niet overschreden. In het overige deel van de bovengrond en de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetoond ten opzichte van de achtergrondwaarden.
In navolging van de conclusies bevat het onderzoek tevens enkele aanbevelingen, met name voor wat betreft de hergebruiksmogelijkheden van de aangetroffen asfalt, funderingslagen en bodem. Voor een weergave hiervan wordt kortheidshalve verwezen naar het als separate bijlage toegevoegde onderzoek. Resumerend kan worden aangegeven dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor onderhavig plan.