Musketruwe fase 1

Hoofdstuk 4 Ontwikkelingen

   

(Bouw)programma

De ontwikkeling van de locatie Musketruwe (eerste fase) behelst de integrale ontwikkeling van de locatie tot een kleine woonbuurt aan de rand van Malberg. Ten behoeve van de ontwikkeling zijn in 2010 de destijds op de locatie aanwezige meergezinswoningen, bestaande uit 48 portiekwoningen en 48 galerijflats, gesloopt. Sindsdien ligt het terrein braak. De overige aan de Musketruwe gelegen meergezinswoningen zullen op termijn eveneens worden gesloopt en plaats maken voor de ontwikkeling van de tweede fase van het nieuwbouwplan Musketruwe.  

Het nieuwbouwplan omvat op hoofdlijnen de volgende, voor het bestemmingsplan van belang zijnde, onderdelen:

• de realisatie van 51 woningen bestaande uit 12 twee-onder-een-kappers en 39 rijwoningen;
• de realisatie van een nieuwe ontsluitingsstructuur van de locatie en woningen;
• de inrichting van de openbare ruimte waaronder de aanleg van parkeervoorzieningen.

Op de navolgende afbeeldingen is de ontwikkeling van het plangebied weergegeven.

  

  

Realisatie woningen

Musketruwe eerste fase behelst de realisatie van 51 (koop)woningen. Deze woningen, 12 twee-onder-een-kappers en 39 rijwoningen, zullen in meerdere clusters worden gerealiseerd.Tussen deze clusters door zijn zichtlijnen en openbare routes richting het Zouwdal mogelijk. De clusters van woningen worden omkaderd door een robuuste gemengde heg, bestaand uit verschillende inheemse bosplantsoensoorten. 

In totaal worden acht woningtypes gerealiseerd welke variëren in grootte, plaatsing van diverse gevelopeningen, materiaalgebruik voor wat betreft de gevelvlakken en de situering van de entrees. De omtrek van de begane grond varieert van 5,40 x 9,00 meter voor de kleinste woningen tot 5,70 x 11,50 voor de grootste twee-onder-een-kappers aan de Zouwrand-zone. Alle woningen worden voorzien van een kapconstructie in de vorm van een zadeldak. De nokhoogte van de te realiseren woningen bedraagt 5,80 meter en de maximale bouwhoogte bedraagt 10,30 meter.

 

De navolgende afbeeldingen geven een impressie van het te realiseren woongebied aan de hand van diverse gevelaanzichten.

 

Gevelaanzichten bezien vanaf de Floretruwe in noordelijke richting

 

Gevelaanzichten bezien vanaf de oostelijke rand van het plangebied (aan de linkerzijde bevindt zich de aansluiting met de Floretruwe en aan de rechterzijde bevindt zich de Zouwdalrand)

 

Gevelaanzichten bezien vanaf het Zouwdal in zuidelijke richting

 

Het plan volgt grotendeels het natuurlijk hoogteverloop van het terrein. Dit noodzaakt tot het in verschillende hoogtes vormgeven van de woningen aan de Zouwdalrand. Tevens zullen enkele rijwoningen van een kleine trappartij worden voorzien om het hoogteverschil tussen maaiveld en entree van de woningen op te vangen. Om de toegankelijkheid van deze woningen ook voor minder validen te vergroten zullen alle woningen via de achtertuinen bereikbaar zijn. Hiertoe zal daar waar noodzakelijk in aan padenstructuur worden voorzien.

Het merendeel van de halfvrijstaande woningen heeft de mogelijkheid tot oprichting van een garage met opstelstrook voor de auto. De overige woningen zijn voor wat betreft het parkeren aangewezen op de openbare ruimte.  

  

Ontsluiting locatie

Ten behoeve van de ontsluiting van de locatie zullen drie inritconstructies richting de Floretruwe worden gerealiseerd. De aan te leggen wegtracés verlopen evenwijdig ten opzichte van elkaar vanaf de aansluiting met de Floretruwe in noordwestelijke richting. In het noordwesten van het plangebied worden de tracés via een haaks hierop geprojecteerde straat met elkaar verbonden. De opbouw van de centrale ontsluitingsweg in het midden van het plangebied bestaat uit een rijstrook met aan weerszijden daarvan langsparkeervakken en trottoirs. De overige wegen in het plangebied zijn voorzien van een rijstrook en een enkelzijdig aangelegd voetpad. Aan de buitenzuide van deze wegen zijn de langsparkeervakken gepositioneerd. 

 

De centrale ontsluitingsweg is in twee richtingen berijdbaar. De overige wegen worden als eenrichtingsverkeer vormgegeven. In het gehele plangebied zal een snelheidsregime van 30-km-uur gaan gelden.

 

De tuinen van de halfvrijstaande woningen zijn via de zijkanten van de percelen bereikbaar. Om ook de tuinen van de rijwoningen bereikbaar te maken (buiten de woningen om) zullen deze tuinen via een padenstructuur, uitsluitend bedoeld voor voetgangers en langzaam verkeer, worden ontsloten.

 

Inrichting openbare ruimte

De binnen het plangebied te onderscheiden clusters van woningen zullen worden omkaderd door een robuust vormgegeven gemengde heg. De parkeervakken nabij de noordwestelijke rand van het plangebied zijn gesitueerd in een plantsoen. In dit plantsoen bevinden zich ook enkele waterhuishoudkundige voorzieningen ter berging en infiltratie van het regenwater. De Floretruwe krijgt een nieuw laanprofiel met een groene berm aan de noordzijde van de weg.

   

Parkeren

Conform de Parkeernormen Maastricht 2011 dient per woning met een netto oppervlakte van meer dan 90 m² in 1,9 parkeerplaatsen te worden voorzien. Dit betekent dat voor de 51 woningen 97 parkeerplaatsen noodzakelijk zijn. In het openbaar gebied worden 67 parkeerplaatsen gerealiseerd in de vorm van langsparkeerplaatsen. Daarnaast wordt op eigen terrein in 21 parkeerplaatsen voorzien. De aanwezigheid van een garage met enkele oprit telt hierbij als één parkeerplaats en een garage met dubbele oprit voor anderhalve parkeerplaats. Het totaal aantal te realiseren parkeerplaatsen bedraagt daarmee 88 parkeerplaatsen. Dit leidt tot een theoretisch tekort van negen parkeerplaatsen. Conform het gemeentelijk parkeerbeleid kan vrijstelling van de parkeereis worden verleend indien op een andere wijze in de benodigde parkeerruimte wordt voorzien. Aan dit vereiste wordt voldaan als de gemeente op zich neemt zorg te dragen voor de benodigde parkeercapaciteit. De daarmee gemoeide kosten worden gefinancierd uit het Parkeerfonds. In de ten behoeve van het plan te verlenen omgevingsvergunning zal in relatie tot de genoemde vrijstelling de voorwaarde worden opgenomen dat een in het parkeerbeleid vastgesteld bedrag per parkeerplaats in het gemeentelijk parkeerfonds dient te worden gestort. Het plan voldoet daarmee aan beleidsdoelstellingen van het gemeentelijk parkeerbeleid.