Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Maastricht Zuidwest
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpMtrichtZuidwest-vg02

Artikel 11 Recreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. recreatie;     
  2. voorzieningen voor verkeer en verblijf;  
  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. groenvoorzieningen;
  6. additionele voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen
 
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. gebouwen mogen alleen binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  2. nieuwbouw is, met uitzondering van vervangende nieuwbouw, niet toegestaan;
  3. de bestaande bebouwing mag niet worden uitgebreid;
  4. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven. In geval de bestaande goothoogte afwijkt, geldt deze hoogte als maximale goothoogte;
  5. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven. In geval de bestaande bouwhoogte afwijkt, geldt deze hoogte als maximale bouwhoogte.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
 
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het aangeduide bouwvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  3. de bouwhoogte van reclamemasten mag niet meer bedragen dan 8 meter; 
  4. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  6. carports/overkappingen zijn niet toegestaan.
11.2.3 Additionele voorzieningen
 
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
  1. gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  3. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m² per gebouw.
11.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:
  1. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
11.4 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
  1. artikel 11 lid 2.2 sub b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen hoger dan 1 respectievelijk 2 meter, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en er geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
  2. artikel 11 lid 2.2 sub f voor de bouw van carports/overkappingen, mits dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de beschermde flora en fauna en de landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteit.