direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijke structuur
Plan: Maastricht-West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01

3.2 Ruimtelijke structuur

Doel van het bestemmingsplan is handhaving en waar mogelijk versterking van de huidige ruimtelijke structuur.

De totale ruimtelijke structuur van het plangebied wordt uiteengezet aan de hand van de Bebouwingsstructuur, Groenstructuur en Verkeersstructuur.

3.2.1 Bebouwingsstructuur

Maastricht-West als stadsdeel kenmerkt zich door een duidelijke stedenbouwkundige structuur waarin de verschillende buurten in een waaiervorm tussen de radiale uitvalswegen Tongerseweg, Via Regia en Brusselseweg zijn gelegen. De woonbuurten hebben een suburbaan karakter met overwegend laagbouw en middelhoge bouw in een ruime uitleg met veel privé- en buurtgroen. Kenmerkend voor Maastricht-West is de duidelijke opbouw binnen de buurten, waarin het orthogonale stratenpatroon een belangrijke rol speelt.

Hieronder zal de bebouwingsstructuur kort worden belicht, dit zal worden gedaan aan de hand van de indeling in drie zones:

  • Annadal, Brusselsepoort, Mariaberg en Trichterveld
  • Caberg, Malpertuis, Pottenberg, Belfort
  • Daalhof en Hazendans.

Annadal, Brusselsepoort, Mariaberg en Trichterveld

Annadal is een wijk, of beter een gebied, dat gedomineerd wordt door twee complexen. Het oudste van de twee is het tussen 1938 en 1950 ontworpen Rooms-katholieke Sint Annadal Ziekenhuis dat aan het einde van de Sint Annalaan verrees. Het andere is het in de jaren zeventig gebouwde winkelcentrum Brusselsepoort. Het gebied heeft lange tijd een zeer groen karakter gehad. Naast het ziekenhuis (en later het winkelcentrum) waren er in het gebied slechts enkele blokken met etagewoningen en een klein aantal eengezinswoningen aanwezig, alle daterend uit het begin van de jaren zestig. De etagewoningen waren gesitueerd aan de Via Regia, de eengezinswoningen aan de Becanusstraat die het gebied in twee min of meer gelijke delen splitste.

Een tijd lang heeft de ontwikkeling van het gebied sterk verband gehouden met de groei van het ziekenhuis. Dit veranderde enigszins met de bouw van het forse winkelcentrum Brusselse Poort. De aanleg ervan ging gepaard met een intensivering van de bewoning van het gebied. Er verrezen relatief hoge flats (8 tot 10 lagen) rondom het winkelcentrum. Van nog groter belang was de verhuizing van het ziekenhuis naar Randwyck. Dit was ook het startsein voor een nieuwe wijk achter het voormalige ziekenhuisgebouw waar nu de arrondissementsrechtbank werd ondergebracht. De wijk is gevuld met vrijstaande en per twee gekoppelde gezinswoningen die als modern kunnen worden gekarakteriseerd.

In het gebied zijn geen zichtbare sporen meer bewaard gebleven van de historische wegen die het terrein tot aan de bouw van het ziekenhuis doorkruisten. Het ziekenhuis werd aan het einde van de Sint Annalaan pontificaal over de daar nog aanwezige Romeinsebaan geprojecteerd. Ook de Postbaan en andere landwegen verdwenen met de ontwikkeling van het gebied.

De eerste uitleg van de wijk Brusselsepoort, dateert nog uit het vierde kwart van de negentiende eeuw. Het terrein lag ingesloten tussen de Brusselseweg/Sint Annalaan, die de westelijke en zuidelijke begrenzing vormde, én de Hoge Fronten aan de oostkant. Deze laat achttiende-eeuwse verdedigingswerken bleven ook na de ontmanteling van de vesting Maastricht in handen van het Departement van Oorlog, dat het gebied als oefenterrein (tot na de Tweede Wereldoorlog) wenste te behouden. Gelegen aan de Statensingel behoren de Hoge Fronten behoren tot de best bewaarde delen van de Maastrichtse buitenwerken.

De wijk Mariaberg ligt ingesloten tussen de Hertogsingel aan de stadszijde en de vroeg negentiende-eeuwse algemene begraafplaats, ten westen van de stad Maastricht. De zuidelijke begrenzing wordt gevormd door de Tongerseweg, een oude uitvalsweg van de stad, langs het dorp Wolder naar de Belgische grens. De Sint Annastraat/Brouwersweg vormt de noordelijke begrenzing.

Het stratenplan van het oudste deel van de wijk – de bebouwing van de wijk vond plaats tussen ongeveer 1900 en 1950 – is gebaseerd op een plan uit 1885, gemaakt door toenmalige stadsarchitect Brender à Brandis. Aan dit plan lag het bestaande wegenpatroon ten grondslag. De loop van bestaande landwegen, zoals bijvoorbeeld de Proosdijweg, werd zoveel mogelijk geïntegreerd in het stedenbouwkundige plan. Deze historische wegen onderscheiden zich op de plattegrond van de huidige wijk door hun wat grilligere verloop.

In de plattegrond van het Trichterveld ten noorden van de Madoerastraat kan een patroon worden onderscheiden dat enigszins doet denken aan de plattegrond van een historische stad als bijvoorbeeld Amsterdam: een kern met daaromheen, hier ogenschijnlijk, gegroeide ringstructuren. Een historische stadsplattegrond zal waarschijnlijk niet aan de basis hebben gelegen van het ontwerp, toch heeft deze ontwerpstructuur eraan bijgedragen dat het karakter van Trichterveld overeenkomsten vertoont met een historische stad.

Trichterveld is van de stadswijken in het Maastricht West die het meest naar binnen is gekeerd, zoals in het verleden het stadsleven zich binnen de stadsmuren afspeelde, gecentreerd rondom de markt. Trichterveld is als het ware een ‘dorpje’ in een stad.

Caberg, Malpertuis, Pottenberg en Belfort

De Parochiewijken Caberg, Malpertuis en Pottenberg kunnen worden geschaard onder de reeks van karakteristieke uitbreidingswijken die vroeg na de oorlog werden gebouwd in Nederland. Dit type wijken is ontwikkeld op basis van de toen nieuwe theorie van de ‘wijkgedachte’. Een stad moest worden samengesteld uit een aantal ‘levensgemeenschappen’ waar de stadsbewoner zich sociaal en cultureel kon ontwikkelen. Als katholiek variant op de wijkgedachte is de Parochiewijk ontworpen. De Parochiewijken Caberg, Malpertuis en Pottenberg liggen waaiervormig om Maastricht heen. Iedere parochiewijk is in ruimtelijk opzicht duidelijk een begrensde wijk ten opzichte van de rest van de stad. Tussen de stad en de ring van de parochiewijken ligt een brede groenzone. Verder zijn de parochiewijken onderling van elkaar gescheiden door brede open uitlopers van het landschap die gedeeltelijk zijn ingevuld met sportvelden en recreatieterreinen. Toch zijn de drie parochiewijken Caberg, Malpertuis en Pottenberg als één compositie ontworpen en in zeer korte tijd gebouwd. Ze vertonen onderling overeenkomsten in hun vorm, hun ligging en vooral ook in hun opzet. Ieder parochiewijk is in sociaal en ruimtelijk opzicht een eenheid, op ruim een kilometer afstand van de binnenstad.

Belfort onderscheidt zich van de andere wijken in Maastricht-West door de opbouw in kwadranten rond een assenkruis. De andere wijken zijn in segmenten rond radiaalwegen gevormd. De straten zijn rond een schema van vierkanten en rechthoeken gegroepeerd, waarbij de wijk door een assenkruis in vier kleinere buurten is opgedeeld. Het assenkruis in Belfort is door hoogbouw geaccentueerd.In de andere wijken staat de hoogbouw aan de randen.

De centrale assen zijn de Keurmeesterdreef en de Gewantmakersdreef.Belfort werd na 1961 gebouwd. De bebouwing van deze woonwijk is zeer homogeen, hoewel het merendeel van de bebouwing uit vrije verkoopwoningen bestaat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01_0021.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01_0022.png"

De wijken Caberg, Malpertuis en Pottenberg

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01_0023.png"

De wijk Belfort

Daalhof en Hazendans

Door de stedenbouwkundige opzet van Maastricht-West, de groene lobben met stedelijk groen tussen de buurten en het groengebied dat vanaf het noordwesten tot aan de binnenstad reikt is de overgang tussen stad en buitengebied geleidelijk.

De groenstructuur heeft in het stedelijk gebied een duidelijke relatie met de stedenbouwkundige en verkeersstructuur. Maastricht-West is door het relatief hoge aandeel privé-groen en openbaar groen, zowel in als tussen de buurten, te typeren als een groen stadsdeel.

Maastricht-West als stadsdeel kenmerkt zich door een duidelijke stedenbouwkundige structuur waarin de verschillende buurten in een waaiervorm tussen de radiale uitvalswegen Tongerseweg, Via Regia en Brusselseweg zijn gelegen. De woonbuurten hebben een suburbaan karakter met overwegend laagbouw en middelhoge bouw in een ruime uitleg met veel privé- en buurtgroen. Kenmerkend voor Maastricht-West is de duidelijke opbouw binnen de buurten, waarin het stratenpatroon een belangrijke rol speelt.

De ontsluitingsstructuur tussen de buurten en naar de binnenstad en de groenstructuur geeft iedere buurt een eigen plek in het geheel. Terwijl in de oudere buurten voornamelijk sprake is van laagbouw en middelhoge bouw, die aansluit op de meer traditionele manier van bouwen uit de bouwhistorie, heeft in de wat jongere buurt Daalhof, ook meer experimentele bouw met echte hoogbouw plaatsgevonden, gelegen aan de rand van het stedelijk gebied.

De buurten in Maastricht-West zijn te typeren als echte woonbuurten. De buurt Brusselsepoort is daarop een uitzondering. Het deel van deze buurt ten noordoosten van de Via Regia heeft vooral een woonfunctie. Het deel ten zuidwesten van deze weg is in opzet multifunctioneler. De omgeving van het Annadalterrein kan gezien worden als het stadsdeelcentrum van Maastricht-West.

Het winkelcentrum Brusselsepoort vervult een functie voor het hele stadsdeel. Voorts zijn er belangrijke kantoren te vinden alsook de rechtbank en het Stedelijk Lyceum/Havo.

Tegenover de externe gerichtheid van het stadsdeelcentrum staat de interne gerichtheid van de overige buurten.

Veel buurten zijn opgezet als aparte parochie en kennen derhalve (oorspronkelijk) een eigen kerk. De woonstraten van de buurten zijn min of meer gegroepeerd rondom een buurtwinkelcentrum of een buurtwinkelcentrum-steunpunt waar ook de meeste horecafuncties zijn gelegen. In de meeste buurten zijn naast de kerk voorzieningen als een basisschool en een buurtcentrum aanwezig.

3.2.2 Groenstructuur

Door de stedenbouwkundige opzet van Maastricht-West, de groene lobben met stedelijk groen tussen de buurten en het groengebied dat vanaf het noordwesten tot aan de binnenstad reikt is de overgang tussen stad en buitengebied geleidelijk.

De groenstructuur heeft in het stedelijk gebied een duidelijke relatie met de stedenbouwkundige en verkeersstructuur. Maastricht-West is door het relatief hoge aandeel privé-groen en openbaar groen, zowel in als tussen de buurten, te typeren als een groen stadsdeel.

De groene wiggen tussen de woonbuurten hebben enerzijds een functie als scheidingsgebied tussen de verschillende buurten, anderzijds vindt hier een deel van de stedelijke recreatieve activiteiten plaats (sportvelden) In het buitengebied van Maastricht-West (buiten het plangebied) is het recreatiegebied de Dousberg gelegen. Dit gebied omvat oa een golfbaan en sportcentrum met tennisbanen. De groene wiggen lopen door tot aan de rand van de binnenstad. De restanten van de Maastrichtse vestingwerken de Hoge Fronten en Fort Willem maken deel van uit van de groenstructuur van het gebied. De overgang van Maastricht-West naar het buitengebied wordt aan de noodwestzijde gekenmerkt door agrarische bebouwing met huisweiden. Aan de west- en zuidwestzijde is er sprake van een rechtstreekse overgang van woongebied naar buitengebied.

Het niet-stedelijk gebied van Maastricht kenmerkt zich overigens door een grote mate van openheid. Kleinschalige landschapslelementen, die in dit gebied relatief zeldzaam zijn, breken dit beeld enigszins. De stadsrand wordt op veel plaatsen gekenmerkt door het groen van intensieve recreatiegebieden, zoals de Dousberg en de gemeentelijke sportvelden.

3.2.3 Verkeersstructuur

Vanwege de ligging van Maastricht-West tegen de rijksgrens met Belgie en daartussen de barriere van het Albertkanaal is het verkeer veelal oostelijk georienteerd, met andere woorden richting binnenstad, het Heuvelland en/of de A2.

De Statensingel en de Hertogsingel, die deel uitmaken van de rondweg door de stad en de oostelijke begrenzing vormen van het plangebied zijn daarom belangrijke wegen.

De wegenstructuur in Maastricht-West heeft globaal gezien een spinnewebvorm, met de Tongerseweg, St Annalaan-Via Regiaweg en de Brusselseweg als belangrijkste radiale draden. Op deze uitvalroutes die samen met de Statensingel en de Hertogsingel deel uitmaken van het stedelijk hoofdwegennet zijn de wijk- en buurtverzamelwegen aangehaakt. Het merendeel van de straten tussen de wijk - en buurtverzamelwegen is te typeren als woonstraat met een relatief lage verkeersintensiteit.

De Keurmeestersdreef en de Gewantmakersdreef zijn doorgaande wegen. De ontsluiting van de wijk op deze wegen geschiedt door middel van tweede rasterpatroon dat de genoemde dreven doorkruist. De invulling van tertiaire, woningontsluitende wegen is gebaseerd op een patroon dat zoveel mogelijk orthogonaal is. Aanpassingen zijn alleen gedaan waar dit vanuit het oogpunt van de infrastructuur noodzakelijk werd geacht.

Ov-ontsluiting

Het gebied is goed bereikbaar via de (radiale) busverbindingen (Tongerseweg, Via regia, Brusselseweg). De OV-as eindigt nabij Brusselsepoort. Van daaruit worden de verschillende wijken bediend.

(Recreatief) fietsverkeer

De parallele routes langs het Albertkandaal (in westelijke richting, buiten het plangebied) vervullen een belangrijke functie voor het recreatieve langzaam verkeer. Vanuit de verschillende buurten zijn deze routes bereikbaar. Voor het overige maken de fietsers gebruik van de infrastructuur van het autoverkeer (30 km gebieden). De relatie met de westelijke binnenstad is afdoende ingebracht middels doorgevoerde verbeteringen in de infrastructuur.