Plan: | Maastricht-West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0935.bpMtrichtWest-vg01 |
Het landschap ten westen van de Maas is in oorsprong te vergelijken met het heuvelland ten oosten van de Maas. Beide landschappen zijn in terrasvorm opgebouwd, met dien verstande dat de reliëfsprongen aan de westzijde van Maastricht meer vervlakt zijn. Maastricht-West ligt deels op het middenterras, deels op het hoogterras van de Maas. Tot de ontmanteling van de vestingwerken waren dit midden- en hoogterras nauwelijks bebouwd. Pas na de Tweede Wereldoorlog komt met de wederopbouw bebouwing van het gebied (met name met woningbouw) goed op gang. Dit gaat op basis van een stedenbouwkundig plan dat gebaseerd is op de vorming van parochies met daartussen groengebieden, die van buiten de stad indringen.
Na de ontmanteling van de vestingwerken komen in het zuiden en westen van de stad grote gebieden vrij voor stadsuitbreidingen. Op de oude vestingwerken wordt een ringweg geprojecteerd op het tracé van de Statensingel, Hertogsingel en Prins Bisschopsingel. Hierbij zijn op de ringboulevard ter hoogte van de oude stadspoorten en in de as van de uitvalswegen, ovale pleinen geprojecteerd. Op de rand van Maastricht-West en de binnenstad zijn enkele van dergelijke pleinen gesitueerd. Het betreft het Koningin Emmaplein en het Tongerseplein. Vanaf het Koningin Emmaplein loopt de St. Annalaan naar het centraal in de wijk gelegen Annadalterrein. De pleinen zijn uiteindelijk geen ovale, maar ronde pleinen geworden. Net als bij de ronde pleinen domineert hier de vorm boven functionele gegevens als ondergrond, woningtypes en bezonning.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er weinig gebouwd in Maastricht. Wel werd er aan plannen gewerkt om te komen tot een totaal uitbreidingsplan voor de stad. Hiertoe waren al voor de oorlog de stedenbouwkundig ingenieurs J. Cuijpers en J. Klijnen aangetrokken. Het eerste uitbreidingsplan in hoofdzaken voor Maastricht zag in 1941 het licht. In grote lijnen werd hierin aangegeven waar industrie, woonwijken en groen gewenst waren. Doel was de groei van de stad in goede banen te leiden en een compacte stad te realiseren.
De eerste uitbreiding tussen Hertogsingel en Proosdijweg is een voorbeeld van een terugkerend thema in de Maastrichtse stedenbouw; de concentrische uitleg van de stadsuitbreidingen. In het gebied worden niet alleen woonbuurten met eigen voorzieningen gebouwd, maar wordt in 1965 ook een subcentrum voor dit stadsdeel gebouwd (winkelcentrum Brusselsepoort).
De wijk Brusselse Poort is genoemd naar de in 1867-1868 gesloopte stadspoort die deel uitmaakte van de tweede ommuring van de stad Maastricht. Zoals de naam reeds doet vermoeden, was deze poort geplaatst over de weg van Maastricht naar Brussel. De realisatie van de wijk besloeg een relatief lange periode, hetgeen van invloed is op het karakter van de wijk die, zeker voor Maastricht West, als zeer divers kan worden aangemerkt. De wijk is geleidelijk gegroeid.
De wijk Mariaberg is de eerste twintigste-eeuwse uitbreidingswijk aan de westzijde van de stad. Het plan voor de uitbreiding dateert echter al uit de negentiende eeuw.
De wijk Trichterveld, die een onderdeel is van het huidige Mariaveld, is in de jaren 1947 en 1948 tot stand gekomen en omvat circa 200 woningen van het zogenaamde ‘Bungalowtype’: één laag onder een zadeldak. Deze huizen waren bestemd voor kleine gezinnen: man, vrouw en drie of vier kinderen. De wijk zou dus zo’n 1.000 tot 1.200 bewoners tellen. De Maastrichtse stadsarchitect Frans Dingemans is verantwoordelijk voor het stedenbouwkundige plan, dat al in de Tweede Wereldoorlog werd vastgesteld. Het ontwerp van het gros van de woningen is van de hand van dezelfde architect en dateert van na de oorlog. Dat Dingemans als stadsarchitect de opdracht kreeg om de woningen te ontwerpen, was blijkbaar niet vanzelfsprekend. Verschillende architecten werden namelijk gevraagd om een plan te maken voor de woningen in de wijk. Er werd zelfs besloten om van ieder ontwerp een proefwoning uit te voeren, waarvoor in de wijk een bouwblok werd toegewezen. Deze proefwoningen bestaan nog ten zuiden van het plein.
Waren de contouren van de wijken die eind jaren 40 werden gebouwd nog vastgesteld door Klijnen en ingevuld door Dingemans, de wijken die in de jaren 50 werden gebouwd waren geheel en al van de hand van Dingemans, zowel wat grenzen (plan van hoofdzaken) als invulling van de wijken betrof (plan in onderdelen). Dit betrof de wijken Caberg, Malpertuis en Pottenberg. Deze zogenaamde Parochiewijken kunnen worden geschaard onder de reeks van karakteristieke uitbreidingswijken die vroeg na de oorlog werden gebouwd in Nederland. Dit type wijken is ontwikkeld op basis van de toen nieuwe theorie van de ‘wijkgedachte’. Onder leiding van architect stedenbouwkundige Frans Dingemans is de Parochiewijk ontworpen als katholieke variant op de wijkgedachte. Ze heeft veel overeenkomsten met andere naoorlogse uitbreidingswijken, echter de verschillen maken de Parochiewijken uniek.
Het plan voor de wijk Belfort, genoemd naar een Middeleeuws gildehuis, dateert uit 1962. Het verkeersnetwerk lag hier aan de basis van het stedenbouwkundige ontwerp. Dit is goed te zien in het structuurbepalende stratenplan van de wijk Belfort dat gevormd wordt door de Gewantmakersdreef, de interparochiële weg die als een gordel om het oude Maastricht was gelegd en de parochiewijken met elkaar verbond én de Keurmeestersdreef, een radiaal die het verkeer via de wijk in en uit de stad leidde. Enige tijd geleden heeft er een aanpassing van het plan plaats gevonden door de kruising te vervangen door een rotonde om zo de doorstroom van het verkeer te verbeteren. De rotonde vormt het centrum van de wijk, ondanks dat de kwadranten niet allemaal even groot zijn en de kruising derhalve niet exact in het midden ligt.
De eerste plannen voor de bouw van de nieuwe woonwijk Daalhof aan de westrand van Maastricht, dateren van 1967. De aanleiding vormde de vertragingen die de plannen voor de annexatie op de oostelijke Maasoever leden. De wijk Daalhof was bestemd voor circa 9.000 inwoners die gehuisvest zouden worden in een ongeveer gelijk aantal eengezins- en etagewoningen. Met de uitbreiding van de wijk met Daalhof-Noordwest in de jaren zeventig, is de wijk Daalhof, met maar liefst 1260 eengezinswoningen, 1000 etagewoningen en 250 bejaardenwoningen, de grootste woonwijk van Maastricht-West geworden. De aanleg resulteerde erin dat het terrein dat de stad Maastricht nog van de Belgisch-Nederlandse grens scheidde, werd volgebouwd. Dit had vooral gevolgen voor een aantal boerderijen in het gebied die op één na allen werden gesloopt (De boerderij "de Zonnehof" kreeg een bestemming als kinderboerderij), en voor de eeuwenoude Romeinse Baan die niet meer herkenbaar in het gebied is.
In deze wijk is sprake van schaalverkleining ten opzichte van de grootschalige aanpak uit het voorgaande decennium helder zichtbaar. Naast eengezinswoningen en etagewoningen zijn e rook groot aantal bejaardenwoningen gebouwd.
De wijk Hazendans is tussen 1999 en 2002 gerealiseerd. Het Hazendansplein vormt het hart van de nieuwe woonwijk. Het plein vormt in het ruimtelijke concept tevens de overgang tussen drie straten, die als een soort vork op elkaar aansluiten. De straten richten zich op de holle wegen, geven uitzicht op de Dousberg of richten zich op pleinen en hofjes.