18.1 Bij de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van ontheffing of het stellen van nadere eisen door Burgemeester en Wethouders ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen procedure van toepassing.
18.2 Bij de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen procedure van toepassing.
18.3 Bij het verlenen van een aanlegvergunning geldt de procedure zoals aangegeven in artikel 3.18 van de Wet ruimtelijke ordening.