Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: De Heeg-Eyldergaard-Vroendaal
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpHeegEylderVroen-oh01

3.4 Cultuurhistorische en archeologische waarden

3.4.1 Cultuurhistorische waarden en monumenten
In het plangebied zijn diverse historische wegen gelegen. Dit zijn de oude noord-zuid verbindingen Rijksweg en Oude Molenweg die oorspronkelijk bij de Torenmolen in Gronsveld bij elkaar kwamen. De Rijksweg markeert eveneens de overgang van het middenterras naar het laagterras van de Maas. Een andere belangrijke historische weg met een noord-zuid verbinding betreft de Maastrichterweg. Een historische oost-west verbindingen is nog herkenbaar in het recreatieve voetpad dat in het verlengde van de Bronckweg richting A2 loopt. In vroegere tijden zorgde deze verbinding voor een ontsluiting van het gehucht Vogelenzang. Zowel de Rijksweg, de Oude Molenweg en de Bronckweg dateren van voor het jaar 1000.
 
In het plangebied zijn geen monumenten gelegen. In de onmiddellijke nabijheid van het plangebied liggen evenwel enkele Rijksmonumenten waaronder Huize Eyll (naamgevend voor woonwijk Eyldergaard), Hoeve De Kroon, de Torenmolen van Gronsveld, Klooster Opveld en De Burght. Met uitzondering van de Torenmolen bevinden al deze monumenten zich direct ten noorden van het plangebied in de overgang naar wijk Heer. Het plangebied bevat evenwel geen bovengrondse cultuurhistorie  (dominante bouwwerken, beeldbepalende bouwwerken, waardevolle groenelementen enz.) met een dusdanig grote waarde dat een bescherming middels dit bestemmingsplan noodzakelijk zou zijn.
3.4.2 Archeologische waarden
Het uitgangspunt is dat archeologisch erfgoed moet worden beschermd op de plaats waar het wordt aangetroffen. Gezien dit uitgangspunt mogen bekende archeologische monumenten niet aangetast worden en moet in geval van voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in gebieden die volgens de in beleidsnota “Springlevend Verleden. Beleidsnota Cultureel Erfgoed 2007-2012” in aanmerking komen, een nader onderzoek plaatsvinden naar archeologische waarden. Als het niet mogelijk is de archeologische waarden te behouden en het bodemarchief verstoord raakt, moet de veroorzaker de kosten voor zijn rekening nemen die nodig zijn om de archeologische informatie die in de bodem ligt opgeslagen, veilig te stellen en de resultaten uit te werken.
 
Op basis van het gemeentelijk archeologisch beleid is Maastricht in drie zones ingedeeld. Zone A betreft de binnenstad binnen de eerste stadsmuur alsmede alle bekende archeologische vindplaatsen met een zone van 50 meter daaromheen. Zone B heeft betrekking op de binnenstad tussen de eerste en tweede stadsmuur. Zone C zijn de overige gebieden. Onderhavig plangebied herbergt de archeologische zones A, B en C en valt daarmee onder de archeologische beleidsregel van de gemeente Maastricht. Uitgangspunt van deze beleidsregel is het behoud van het rijke bodemarchief van Maastricht ter plekke (behoud in situ). Al naar gelang de diepte van de ingreep en de oppervlakte van de ingreep geldt in zone B en C een archeologische onderzoeksplicht. Bij ingrepen in zone A-gebieden geldt altijd een onderzoeksplicht.