Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bosscherveld-Noord
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0935.bpBosscherveld-vg01

Artikel 9 Verkeer

9.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. wegverkeer;
  2. een bestaande spoorweg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘spoorweg (sp)’
  3. een ongelijkvloerse kruising, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug (br)';
  4. een faunapassage, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur-faunapassage (sn-fp)';
  5. een watergang, ter plaatse van de aanduiding 'water (wa)';
  6. verblijfsgebied;
  7. de bescherming van het op deze gronden aanwezige Rijksmonument, ter plaatse van de aanduiding [sba-rm];
  8. groenvoorzieningen verband houdende met het (weg)verkeer;
  9. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  10. additionele voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen
 
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen.
 
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
 
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  1. de bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 10 meter;
  2. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  3. de bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  4. de bouwhoogte van ongelijkvloerse kruisingen, ter plaatse van de aanduiding 'brug' (br), mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter;
  6. de bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  7. overkappingen zijn niet toegestaan. 
9.2.3 Additionele voorzieningen
 
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
  1. gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  3. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van additionele voorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m2.
9.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten behoeve van:
  1. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. de situering, de oppervlakte en de bouwhoogte van bebouwing en de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de brandveiligheid en rampenbestrijding.
9.4 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 lid 2.2 sub g ten behoeve van het bouwen van een overkapping, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van beschermde flora en fauna en de stedenbouwkundige kwaliteit.
9.5 Specifieke gebruiksregels
 
Het functioneren van de watergang, op de verbeelding aangeduid met 'water (wa)' niet mag worden belemmerd door bouwactiviteiten of gebruik op basis van de regels binnen de bestemming 'Verkeer'.