direct naar inhoud van Artikel 18 Leiding - Riool
Plan: Buitengebied - Sint Pietersberg, Jekerdal, Cannerberg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpBgbdStPJdalCberg-oh01

Artikel 18 Leiding - Riool

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de rioolleiding.
18.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend worden gebouwd:

  • a. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wat ter instandhouding van de rioolwatertransportleiding nodig is.
18.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan. Omgevingsvergunning kan worden verleend, indien door de aanwezigheid van de beoogde bebouwing de functie van de gronden niet onaanvaardbaar wordt belemmerd en alvorens de leidingbeheerder terzake is gehoord.

18.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:

  • a. Het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
  • b. De stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving.
  • c. De verkeersveiligheid.
  • d. De sociale veiligheid.
  • e. De brandveiligheid en rampenbestrijding.
18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.5.1 Omgevingsvergunningsplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het bodemniveau te wijzigen;
  • b. gesloten oppervlakteverhardingen aan te brengen;
  • c. diepwortelende beplanting aan te brengen of te rooien;
  • d. graafwerkzaamheden uit te voeren anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • e. te heien of anderszins voorwerpen in de grond te brengen.
18.5.2 Uitzonderingen

Het onder 18.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning en/of omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke het normale beheer en onderhoud van de leidingen betreffen.
18.5.3 Verlening

De in 18.5.1 genoemde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden wordt slechts verleend indien en voor zover:

  • a. door de werken en werkzaamheden geen (externe) veiligheidsrisico's ontstaan;
  • b. de leidingen niet worden aangetast.

Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 18.5.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.