direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - Vrijstaand
Plan: Heerlerheide Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP020302W000001-0401

Artikel 20 Wonen - Vrijstaand

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor vrijstaand wonen met aangrenzend erf. Binnen deze bestemming zijn toegelaten:

  • a. vrijstaande woningen;
  • b. aanbouwen en bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. verhardingen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • g. bijbehorende voorzieningen.

en daarnaast geldt dat:

    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' op de begane grond detailhandel is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' op de begane grond kantoor is toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' op de begane grond horeca is toegestaan;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats', maximaal 1 woonwagen is toegestaan.
20.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen.

20.2.1 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende eisen:

  • a. situering binnen het bouwvlak, waarbij de voorgevel van de woning in of evenwijdig aan de voorste bouwgrens tot maximaal 2 meter achter de voorste bouwgrens dient te worden gerealiseerd;
  • b. bouwwijze vrijstaand;
  • c. bouwhoogte 1e bouwlaag maximaal 4 meter;
  • d. bouwdiepte vanaf de 2e bouwlaag maximaal 15 meter met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 7 meter en 12 meter, tenzij op de verbeelding ter plaatste van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' of 'maximale bouw- en goothoogte' anders is aangegeven;
  • e. bebouwingspercentage maximaal 100% van het bouwvlak, tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
  • f. de breedte van de voorgevel van de woning dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • g. het splitsen van een woning in twee of meerdere wooneenheden is niet toegestaan.
20.2.2 Aan- en Bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen gelden de volgende eisen:

  • a. situering binnen het bestemmingsvlak;
  • b. afstand tot de voorgevel minimaal 3,00 meter;
  • c. goot- en bouwhoogte voor aanbouwen, maximaal 4,00 meter bij een platte afdekking, met dien verstande dat de bouwhoogte bij een schuine kap maximaal 7,00 meter mag bedragen;
  • d. goot- en bouwhoogte voor bijgebouwen, maximaal 4,00 meter bij een platte afdekking, met dien verstande dat de bouwhoogte bij een schuine kap maximaal 6,00 meter mag bedragen;
  • e. bebouwingspercentage maximaal 50% van het bestemmingsvlak met een maximum van 60 m², tenzij op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' anders aangegeven.
  • f. erkerregeling: voor een erker bij een woning gelden de volgende regels:
      • a. de afstand van een erker tot de naar de weg gekeerde perceelgrens bedraagt minimaal 2 m;
      • b. de diepte van een erker mag niet meer dan 1,5 m bedragen;
      • c. de breedte van een erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de gevel van de woning waaraan de erker gebouwd wordt;
      • d. de goothoogte van een erker mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning waaraan de erker gebouwd wordt.
20.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:

  • a. situering, binnen het bestemmingsvlak;
  • b. bouwhoogte maximaal 3 meter, met uitzondering van erfafscheidingen die maximaal 2,00 meter hoog mogen zijn, indien gelegen op een minimale afstand van 1 meter achter de voorgevel van de hoofdbouw en maximaal 1 meter indien gelegen op een afstand van minder dan 1 meter achter de voorgevel van de hoofdbouw;
  • c. aard bij de bestemming passend.
20.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik van deze gronden gelden de volgende bepalingen:

  • a. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep is toegestaan in de woning en de bijgebouwen met dien verstande dat maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning inclusief de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 80 m² als zodanig mag worden gebruikt;
  • b. de uitoefening van een consumentverzorgend beroep is niet toegestaan.
20.4 Afwijken van de gebruiksregels
20.4.1 consumentverzorgend beroep

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels zoals aangegeven in artikel 20.3 Specifieke gebruiksregels ten behoeve van het gebruik van de woning en de bijgebouwen voor de uitoefening van een consumentverzorgend beroep onder de voorwaarden dat:

  • a. het een eenmansbedrijf is;
  • b. er geen zelfstandige vorm van detailhandel ontstaat, met dien verstande dat beperkte verkoop inherent aan de betreffende activiteit is toegestaan;
  • c. voorzover de voorgenomen activiteiten meldings- c.q. vergunningplichtig zijn op grond van het bepaalde in de Wet milieubeheer zijn deze activiteiten in beginsel niet toegestaan, tenzij er geen overlast voor de omgeving op zal treden;
  • d. in totaal maximaal 30% van de grondvloeroppervlakte, maar nooit meer dan 80 m² mag worden gebruikt ten behoeve van een consumentverzorgend beroep;
  • e. de woonfunctie van het betreffende pand blijft in overwegende mate behouden;
  • f. geen onevenredige hinder wordt of kan worden toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. het niet zodanige verkeersaantrekkende activtiteiten betreft die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk maken;
  • h. Dat er geen reclameborden groter dan 0,50 m² bij of aan de woning worden geplaatst.