direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden - Natuur en landschap
Plan: Ven-Zelderheide
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0907.BP10009KERNVEZ-OH01

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Natuur en landschap

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden – Natuur en landschap' aanwezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische doeleinden;
  • b. het behoud, herstel danwel de ontwikkeling van de aanwezige danwel aan het gebied eigen natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden; voorzieningen ten behoeve van extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets- en voetpaden, ruiterpaden en picknickplaatsen.
4.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen, geen gebouwen zijnde;
  • b. Voor het bouwen van erfafscheidingen geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 m en ze voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming dienen te passen.
4.3 Omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
4.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden) op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van waterlopen;
  • c. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, het ophogen, egaliseren, het verwijderen van graften;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen en vlonders;
  • f. het vellen of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben;
  • g. het bebossen van gronden, die op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt.

4.3.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in artikel 4.3.1 is niet van toepassing op andere-werken die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

4.3.3 Toelaatbaarheid

De andere-werken als bedoeld in artikel 4.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door het uitvoeren van die andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer van de leiding en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren of de veiligheid van de leiding.

4.3.4 Weigeringsgrond

Een vergunning als bedoeld in artikel 4.3.1. mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.