direct naar inhoud van Artikel 31 Waarde - Houtwallen en houtopstanden
Plan: Buitengebied Gennep
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0907.BP10001ALGBUI-VA01

Artikel 31 Waarde - Houtwallen en houtopstanden

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Houtwallen en houtopstanden ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van schuil-/broedplaatsen of foerageergelegenheid voor fauna, huisvesting van beschermde flora, de ecologische verbindingsfunctie, typerende houtopstanden en de bodemkundige waarden.

31.2 Bouwregels
31.2.1 Bouwverbod

Op de voor 'Waarde - Houtwallen en houtopstanden' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.

31.3 Afwijken van de bouwregels
31.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2.1 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen.

31.3.2 Afwegingskader

Een in 31.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de voorkomende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden geen bezwaar bestaat.

31.4 Specifieke gebruiksregels
31.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het verwijderen van een of meer bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/of grond van elders (vergraven);
  • b. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 cm ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen en diepwoelen);
  • c. het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (egaliseren);
  • d. het aanbrengen van tijdelijke afdekmaterialen;
  • e. het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen en een ondergrond voor containervelden, niet zijnde een bouwwerk.

31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. het verwijderen van diepwortelende beplantingen, het vellen en/of rooien van bos of andere houtgewassen of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging;
  • e. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • f. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen.
31.5.2 Uitzondering

Het in 31.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op de volgende werken, geen bouwwerk zijnde:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden.
31.5.3 Afwegingskader

Uitvoering van de genoemde werken en/of werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden.