direct naar inhoud van Artikel 17 Sport - Manege
Plan: Buitengebied Gennep
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0907.BP10001ALGBUI-VA01

Artikel 17 Sport - Manege

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een manege;
  • b. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;

met daar bijbehorende gebouwen - waaronder begrepen rijhallen -, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken - waaronder begrepen paardenbakken en longeerruimtes -, tuinen, erven, gronden, groen- en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:

  • c. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 manege is toegestaan;
  • d. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van kleinschalige horeca ten dienste van de manege.
  • e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, waaronder bergbezinkbassins en niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbanen of siervijvers.
17.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

17.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen niet dichter bij de weg worden gesitueerd dan het dichtst bij de weg gelegen gebouw;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen (exclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning ) mag niet meer bedragen dan 2910 m2bedragen;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 4,50 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag de bouwhoogte van longeerruimten met wanden en overkapping niet meer dan 6 m bedragen;
  • f. de dakhelling mag niet minder dan 12° bedragen, tenzij de bestaande dakhelling lager is, in welk geval deze lagere dakhelling als minimum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw.
17.2.2 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het op de verbeelding aangegeven aantal, waarbij voor het getal 0 geldt dat geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • b. de inhoud mag niet meer dan 800 m3 bedragen, tenzij de bestaande inhoud groter is, in welk geval de bestaande inhoud als maximum geldt;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bestaande bouwhoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • e. kelders mogen uitsluitend worden gerealiseerd loodrecht onder het hoofdgebouw tot een diepte van niet meer dan 4 m.
17.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning

Voor een bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. een bijbehorend bouwwerk moet worden gesitueerd op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevel van het de bedrijfswoning en een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op een afstand van ten hoogste 25 m van het dichtstbijzijnde punt van de bedrijfswoning;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m2, tenzij een grotere oppervlakte aanwezig is, in welk geval deze oppervlakte geldt als maximale oppervlakte;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen.
17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van hekwerken en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten en longeerruimten zonder wanden en overkapping mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 10 m bedragen.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. 17.2.2 onder b ten behoeve van een vergroting van de inhoud van de bedrijfswoning met maximaal 10%.
17.4 Wijzigingsbevoegdheid
17.4.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat:

  • a. het manegebedrijf is of wordt beëindigd dan wel geen sprake meer is van een reële bedrijfsvoering;
  • b. geen sprake mag zijn van een toename van het aantal woningen;
  • c. na wijziging de gezamenlijke oppervlakte van de vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 400 m2 mag bedragen;
  • d. sprake dient te zijn van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
  • e. geen sprake mag zijn van een beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen agrarische bedrijven;
  • f. het bepaalde in 'Artikel 22' van overeenkomstige toepassing is.
17.4.2 Afwegingskader wijziging

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 42.2 Afwegingskader wijziging .