direct naar inhoud van Artikel 13 Waarde - Archeologie
Plan: Siebengewald
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0893.BP11005SIESIE-OH01

Artikel 13 Waarde - Archeologie

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde- Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, primair bedoeld voor:

  • a. de bescherming en veiligstelling van de en/of in deze gronden verwachte archeologische waarden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologisch monument' voor een archeologisch monument.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologisch monument'

Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk de bodem van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologisch monument', ongeacht de diepte onder het maaiveld, zal worden verstoord, dient een vergunning te worden overlegd van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

13.2.2 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de tot "Waarde - Archeologie" bestemde gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van:
    • 1. verbouw en/of nieuwbouw, al dan niet in de vorm van sloop en herbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of ruimtelijk wordt gewijzigd;
    • 2. bouwwerken ten dienste van de in 13.1 genoemde doeleinden en ten dienste van een overige aan deze gronden toegekende bestemming, voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,5 meter ten opzichte van het maaiveld en het gebied niet groter is dan 250 m².

13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in 13.2 voor het bouwen van bouwwerken ten dienste van de in 13.1 genoemde doeleinden en ten dienste van een overige aan deze gronden toegekende bestemming indien en voorzover:
    • 1. met een archeologisch (bureau)onderzoek is vastgesteld dat archeologische waarden daarmee niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. in voldoende mate is gegarandeerd dat de door middel van archeologisch onderzoek vastgestelde archeologische waarden worden veiliggesteld door technische maatregelen of een archeologische opgraving.
  • b. Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in 13.3 sub a. wordt verleend, wordt archeologisch advies ingewonnen bij een erkend archeologisch adviesbureau.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.4.1 Verbod

Het is verboden om op of in de met de bestemming Waarde - Archeologie zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren:

  • a. het verlagen of afgraven van de bodem, waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,5 meter onder het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage;
  • c. het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap;
  • d. het ophogen van de bodem;
  • e. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • f. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van de daarbij behorende constructies;
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • h. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
  • i. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
  • j. het aanleggen van bouwland;
  • k. het aanleggen van bos of boomgaard;
  • l. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd;
  • m. het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse leidingen;
  • n. alle overige werkzaamheden die archeologische waarden in de aangeduide gronden kunnen aantasten.

13.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 13.4.1 geldt niet:

  • a. voor werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden, welke het normale onderhoud betreffen;
  • b. voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.

13.4.3 Toelaatbaarheid

Voor zover het bepaalde onder 13.4.2 niet van toepassing is, zijn de werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.4.1 slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in 13.1 genoemde waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast.

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' (geheel of gedeeltelijk) voor het gehele plangebied of voor gedeelten daarvan te doen laten vervallen, indien door middel van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betreffende locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.