Plan: | Mosaïque-Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0893.BP10021MOSACNBG-VA01 |
Watertoets en waterbeheer
Doel van de watertoets is om te voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Hiervoor dient de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van waterschap Peel en Maasvallei, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Vergunningen en ontheffingen worden centraal via het watertoetsloket van het waterschap behandeld.
Beleid waterbeheer
Algemeen
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief) te realiseren en in stand te houden. Het gaat om:
Gebiedspecifiek
Van belang voor onderhavig ruimtelijk planvoornemen zijn:
Waterschapsbeleid
Op 21 oktober 2009 is het Waterbeheerplan 'Orde in Water, Water in Orde' vastgesteld. Het waterbeheerplan beschrijft op hoofdlijnen hoe het Waterschap Peel en Maasvallei van 2010 tot en met 2015 zorgt voor veilige dijken, droge voeten, voldoende en schoon water. In het waterbeheerplan staat hoe het waterschap de waterkeringen en het regionale watersysteem op orde wil brengen en houden. In het plan staan hiervoor de ambities en doelstellingen omschreven, en het pakket aan maatregelen dat het waterschap de komende zes jaren uitvoert. Van belang voor onderhavige ontwikkeling is het toetsingskader, specifiek:
Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal ontwikkelen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie. Hierbij mag de natuurlijke GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) niet verlaagd worden en mag bij transformatie van landelijk naar bebouwd gebied de oorspronkelijke landelijke afvoer (aangegeven als zijnde 1 l/s/ha) in de normale situatie niet overschreden worden. Uitgangspunt bij nieuwe verharding is dat een bui met een herhalingstijd van T=10 (50 mm in 24 uur) in het 'worstcase' scenario kan worden geborgen, met daarboven 50 cm waking. Tevens moet inzichtelijk gemaakt worden wat de gevolgen zijn van een bui met een herhalingstijd van T=100 (84 mm in 48 uur). Deze mag geen overlast opleveren voor derden.
Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Indien dit niet haalbaar is, kan naar een compromis worden gezocht.
Doorlopen van de afwegingsstappen: 'hergebruik - infiltratie - buffering -afvoer'
Dit is een afgeleide van de trits vasthouden - bergen - afvoeren (vierde Nota Waterhuishouding en Waterbeheer van de 21ste Eeuw).
Beleid gemeente
De Gemeente Bergen heeft ten aanzien van water dezelfde doelstellingen als het waterschap. De gemeente heeft de volgende beleidsuitgangspunten, waar plannen aan worden getoetst:
Voor bovenstaande gevallen geldt dat alle kosten voor aanleg van de voorzieningen (inclusief planvorming, vergunningen etc.) voor de afvoer van vuil- en hemelwater voor rekening van de initiatiefnemer zijn.
Bij nieuwbouwplannen zal de gemeente bekijken of er mogelijkheden zijn voor het extra afkoppelen/infiltreren van vuil- of hemelwater van aangrenzende bestaande gebieden. Als hiervoor mogelijkheden aanwezig zijn, dan verwacht de gemeente medewerking van de initiatiefnemer om deze mogelijkheden mee te nemen bij de planontwikkelingen.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen in het westen van de kern Nieuw Bergen, gemeente Bergen en bestaat voornamelijk uit bebouwing, verharding, wegen en een enkele groenvoorziening.
Bodem en grondwater
De maaiveldhoogte varieert tussen NAP +15,9 m ter plaatse van het Raadhuisplein tot NAP +15,3 m bij het gemeentehuis. Aan de hand van recent uitgevoerde grondboringen (december 2011, rapportage infiltratieproeven centrumplan Bergen, 2 januari 2012, Tauw, Bijlage 9) blijkt dat de bodem tot een diepte van minimaal 3 meter beneden maaiveld als hoofdcomponent bestaat uit matig grof zand. Ten tijde van genoemd onderzoek is ter plaatse van het plangebied geen grondwater aangetroffen. Uit roestvlekken in het bodemprofiel blijkt dat de grondwaterstand in het verleden op een niveau van circa 1,5 meter beneden maaiveld heeft gestaan.
Conform de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit enkeerdgronden Er is sprake van grondwater trap VII. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,80 m beneden maaiveld ligt en de gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 1,60 m beneden maaiveld.
Jaarrondmetingen van de grondwaterstand in de periode oktober 2008 tot en met juli 2010 tonen een grondwaterstand die fluctueerde tussen 2,7 en 3,1 m beneden maaiveld.
Watersysteem
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Het verhard oppervlak binnen het plangebied watert overtollig hemelwater af op het gemeentelijk gemengd rioleringsstelsel.
Veiligheid en waterkeringen
Binnen het plangebied bevinden zich geen waterkeringen en bijbehorende beschermingszones.
Toekomstige situatie
Algemeen
Het bestemmingsplan maakt de herstructurering van het centrum mogelijk. Hierbij wordt een nieuw winkel-/wooncomplex en een parkeerveld gerealiseerd. Het verhard oppervlak neemt hierbij beperkt toe.
Watersysteem
Het nieuw te realiseren parkeerveld bij het gemeentehuis zal circa 30 a 40 cm beneden maaiveld komen te liggen. Om te weten of er voldoende drooglegging is, zijn er gedurende een jaar metingen gedaan naar de grondwaterstand en de fluctuatie daarin. Hieruit blijkt dat er geen gevolgen voor grondwaterstanden en/of grondwaterstromingen te verwachten zijn omdat de minimale drooglegging in ieder geval 1,5 m bedraagt.
Voor nieuwbouw en herinrichtingen is het beleid om overtollig hemelwater te scheiden van afvalwater. Het 'schone' hemelwater belast op deze manier niet onnodig de rioolzuiveringsinstallatie. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering.
Binnen het plangebied zijn de mogelijkheden voor benutting van het overtollige hemelwater (bijvoorbeeld beregening gewassen) klein. De mogelijkheden voor het infiltreren in de bodem zijn daarom onderzocht. Veldonderzoek (infiltratiemetingen Tauw) heeft aangetoond dat de bodem voldoende waterdoorlatend is om op deze wijze water in de bodem te infiltreren. Het voornemen is om overtollig hemelwater ondergronds te bergen en te laten infiltreren. Hiermee wordt een deel van het bestaande verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengd riool. De verdere uitwerking dient nog plaats te vinden.
Waterkwaliteit en ecologie
Het toepassen van zink, lood, koper en PAK-houdende bouwmaterialen dient te worden voorkomen teneinde diffuse verontreinigingen van water en bodem tegen te gaan.
Waterstaat in het bestemmingsplan
Binnen het plangebied bevinden zich geen waterstaat-objecten die als zodanig bestemd moeten worden (dubbelbestemming).
Conclusie
De ontwikkeling levert een positieve bijdrage aan het bestaande waterhuishoudkundige systeem ter plaatse. Door het afkoppelen van een groot deel van bestaand en nieuw verhard oppervlak wordt minder schoon water afgevoerd op het vuilwaterriool. Hierdoor wordt onnodige belasting van de rioolwaterzuiveringsinstallatie voorkomen.