Plan: | Mosaïque-Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0893.BP10021MOSACNBG-VA01 |
Normstelling en beleid
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen vierentwintig uur per dag en gedurende het gehele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De norm voor het groepsrisico bestaat uit een oriënterende waarde.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en (spoor)wegen opgenomen. Op basis van de circulaire is voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar; voor beperkt kwetsbare objecten geldt in nieuwe situaties een richtwaarde van 10-6 per jaar. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als in nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Wel kan de verantwoordingsplicht voor het GR nog buiten deze 200 m strekken.
Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire RVGS per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Weg en het Basisnet Water opgenomen in de circulaire.
Onderzoek
Arcadis heeft in september 2010 een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico's als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over provinciale wegen (Arcadis, Externe veiligheid provinciale wegen, 21 september 2010, (www.relevant.nl). Het rapport geeft voor alle wegen waarover het vervoer plaatsvindt inzicht in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico, zowel in de huidige als in de toekomstige situatie. Uit het onderzoek van Arcadis volgt dat op de N271 tussen het knooppunt N271/A77 bij Heijen en de aansluiting met de Siebengewaldseweg bij Nieuw Bergen (ovonde) er geen sprake is van een PR 10-6-contour buiten de weg. De 10-7-contour is gelegen op de weg. De 10-8 contour strekt zich uit tot 90 meter vanaf de as van de weg. Het huidige en toekomstige groepsrisico bedraagt circa 1 promille van de oriënterende waarde voor het groepsrisico. Het onderzoek maakt niet duidelijk waarom de N271 in zuidelijke richting niet is meegenomen. De risicocontouren voor dit traject zullen niet significant verschillen t.o.v. het onderzochte traject.
Andere wegen die op de toekomstige ovonde aansluiten zijn in bovenstaand onderzoek niet meegenomen. De niet genoemde gemeentelijke wegen in de omgeving zijn erf- en wijkontsluitingswegen binnen de bebouwde kom van Nieuw Bergen. Vervoer van gevaarlijke stoffen is op deze wegen niet verboden. Omdat in de wijken en op de erven die door deze wegen ontsloten worden, geen inrichtingen zijn gevestigd waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, is vervoer van gevaarlijke stoffen voor zover dit al plaatsvindt zeer sporadisch. De externe veiligheidsrisico's worden daarom niet ander beschouwd.
In het plangebied en omgeving zijn geen risicorelevante inrichtingen aanwezig. Ook zijn er geen buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen aanwezig.
Conclusie
Het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.